MARETAK IN ZEEUWS VLAANDEREN Inleiding Maretak, mistletoe of vogellijm is een plant die altijd tot de verbeelding spreekt. Is het vanwege de vermeende toverkrachten waar de Galliërs hun onoverwinnelijkheid op baseerden, of is het omdat parasieten altijd iets magisch hebben? Maretak is immers een zogenaamde halfpara- siet. De wortels dringen zich tussen de schors en het hout van de gastheer, maar de plant heeft zelf ook bladgroen en kan dus via fotosyn these voedingsstoffen aanmaken. De plant was tot voor kort nagenoeg onbekend uit onze stre ken. Alleen van het buitenland of Zuid-Limburg kennen we de plant, waarvan er soms wel tien tallen in één boom kunnen woekeren. Momen teel kennen we drie groeiplaatsen in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Herkenning Maretak is een kleine, in omtrek bolvormige struik, die in de kroon van bomen op zwaardere takken groeit. Stengel gaffelvormig vertakt. Bla den langwerpig-spatelvormig, leerachtig, altijd- Tekst en foto's: Peter Maas groen. De plant is tweehuizig. Bloemen einde- lings, zittend, in hoofdjes. Het bloemdek is geel- achtig-groen. De bloeitijd is van maart tot in mei. De vruchten rijpen in november - decem ber, zijn besachtig, bolrond, wit, glanzig, met slijmachtig, taai vlees. De bessen worden graag gegeten door merels en lijsters. De grote lijster dankt er zelfs zijn naam aan: Turdus viscivorus misteleter. Zij zouden tevens voor de ver spreiding van de plant zorgen doordat delen van de plakkerige bes aan de snavel kan blijven hangen. Ook kunnen vogels de vruchten in hun geheel opeten, waarna de kern, zonder verlies van kiemkracht het darmkanaal passeert en met de uitwerpselen eventueel op een tak te rechtkomt. Maretak wordt in de zomer veelal door het gebladerte van de gastheer aan het oog onttrokken. Groeiplaats en voorkomen in Nederland Maretak woekert in Nederland op loofbomen, vooral aangeplante soorten als zwarte populier, canadapopulier en appel. Ook zijn vondsten 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2004 | | pagina 13