Tabel 2 legselgroottefrequentie
eieren
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
21
per nest
gevonden
2
4
6
8
8
6
9
6
6
4
3
1
1
2
1
1
nesten
Hoewel er wordt aangenomen dat koloniebroe
ders significant grotere legsels produceren dan
solitaire broeders is maar de vraag waar men
de grens trekt. Kan men in Canisvliet uitsluitend
spreken over koloniebroeders, of zijn afstanden
van bijv. meer dan 10 meter tussen 2 nesten in
het grasland determinerend om van solitaire
broeders te kunnen spreken? Ik beschouw ze
allemaal als koloniebroeders. In de Westelijke
Ooijpolder (van Turnhout C. et al. 1998) is het
onderscheid wel gemaakt en kwam men op een
verschil van meer dan twee eieren. Daar lag er
één kolonie op een eilandje en de rest waren
geïsoleerde nesten. Dat laatste zouden clusters
zijn van enkele nesten op enkele tientallen me
ters uit elkaar.
Broeden en dons
In de gangbare literatuur wordt gemeld dat gan
zen met broeden beginnen wanneer het legsel
kompleet is, met andere woorden na het afleg
gen van het laatste ei.
Welk ei het laatst gelegd is kan men slechts
weten door dagelijks een legsel te controleren
en de eieren te merken. Dit is arbeidsintensief,
verhoogt de kans dat het legsel verstoord wordt
en is dus niet aangewezen.
Interessanter is te weten wanneer een legsel
kompleet is omdat dan het broeden zou aan
vangen. Er wordt geschreven, en dat is ook een
gangbare mening onder vogelaars, dat wanneer
een nestkom behoorlijk wat dons bevat, het leg
sel zou kompleet zijn, en dus het eigenlijke
broeden heeft aangevangen.
Op de nestkaarten van SOVON is aan dit ver
schijnsel onvoldoende aandacht besteedt. Wel
is er onder de rubriek 'Bouw nest' sprake van
een code B5 'nest klaar incl. voering' maar
naar onze ervaring is deze code voor eenden
en ganzen niet correct werkbaar. Het voeren
met dons maakt bij eenden en ganzen niet zo
zeer deel uit van de bouw van een nest maar
heeft te maken met het stadium waarin het leg
sel zich bevindt. Voor onderzoeksdoeleinden
hoort dit misschien beter thuis onder de rubriek
"Eistadium".
We hebben frequent genoteerd of er weinig of
veel dons in een nestkom aanwezig was en
hebben daarbij volgende gegevens verzameld.
Ook nu weer zijn van de 68 nesten er een deel
(13) weggelaten hetzij omdat het om dumpnes
ten ging, ze na een eerste controle onbereik
baar waren (waterstand), vol stront lagen of
onvoldoende lang konden gevolgd worden.
Bij 41 legsels bleek het legsel bij de eerste con
trole reeds kompleet te zijn, d.w.z. er kwamen
achteraf geen eieren bij, en het nest bevatte in
meer of mindere mate dons. Verder waren er 7
legsels die bij een volgende controle een kom
pleet legsel en dons bevatten. Dus in 48 van de
55 legsels werd de regel bevestigd dat een leg
sel pas kompleet is als het nest dons bevat.
In twee gevallen bleek het legsel kompleet bij
de eerste controle en bevatte het toch geen
dons. Ook waren er 5 legsels die bij de eerste
controle dons bevatten en waar achteraf eieren
zijn bijgelegd, misschien nog diezelfde dag, of
soms ook veel later zoals nest nr.31 met 6 eie
ren en dons op 22 maart en 1 april, en 12 eie
ren op 17 en 24 april! Knoop dat eens aan el
kaar
Op 55 "gevallen" waren er dus 48 of 87,2 die
de regel bevestigen. Met twee randgevallen
erbij komen we zelfs op 90%.
Het is opmerkelijk dat er soms nog eieren bijge
legd worden een flink aantal dagen nadat het
legsel flink van dons was voorzien en dus ver
ondersteld werd volledig te zijn. Bijv. nest 23
met 8 eieren en dons op 22 maart, zelfde situa-
7