Tijdens 3 excursies van maart tot en met half
april trokken we er op uit om de vogels in het veld
te leren herkennen en kregen we handvaten aan
gereikt om hun oude nesten op te sporen en
nieuwe te gaan ontdekken.
Per tweetal kozen we in overleg met Henk een
gebied uit waar we in de praktijk ons veldwerk
zelfstandig zouden gaan beoefenen. We maak
ten kaartjes van "ons gebied" en gingen voordat
de blaadjes aan de bomen zaten op zoek naar
oude kraaien-, buizerd- en sperwernesten. Door
die nesten te markeren op het kaartje van ons
gebied werd het later opsporen van nieuwe nest
plaatsen vergemakkelijkt.
Voor het veldwerk van eind maart tot en met juli
brachten we het geleerde in groepjes van 2 in de
praktijk. Bijna wekelijks gingen we getweeën op
pad door "ons" gebied: Zouden we baltsende bui
zerds en kiekendieven tegenkomen en nieuwe
sperwernesten op 25 meter afstand van het oude
nest vinden?
Vooral in het begin was dat geen eenvoudig kar
wei omdat bleek dat het nest dat je de vorige
week gevonden dacht te hebben niet (meer)
bleek te bestaan of toch net ergens anders zat
dan je gedacht had. Gelukkig weten in zo'n situa
tie twee meer dan één en bovendien stimuleer je
elkaar om toch door te zoeken.
Soms werden we overmeesterd door een merk
waardige bezitsdrang om buiten ons gebied te
treden als we het gevoel hadden dat ze daar wel
zaten, maar helaas niet bij "ons". Bovendien wil
den we graag een nest vinden dat onze leer
meester Henk nog niet opgemerkt had. Dat bleek
een bijna onuitvoerbare klus.
Hoewel wij graag zijn uitdaging aannamen om
het boomvalknest op te sporen dat hij maar niet
kon vinden lukte het één van de cursisten - Willy
Vink - in zijn gebied slimmer dan de meester te
zijn en won hij de fles die Henk uitgeloofd had!
Als je gedurende een paar maanden bijna weke
lijks je gebiedje doorkruist leer je a.h.w. spelen
derwijs in de praktijk truckjes om herkennings
punten vast te houden die je leiden naar het nest
dat je ontdekt meent te hebben. De spanning
stijgt ten top als je er zeker van bent dat er spra
ke is van een broedgeval: donsveertjes, stront en
een vogel die van het nest vliegt. Er mag geen
sprake zijn van "het gevoel dat....", maar zeker
weten omdat je het waargenomen hebt. Henk
hamert dat er tijdens de cursus in.
En dan is het eindelijk zo ver: Henk gaat met een
klimmer met ons mee om het nest te inspecteren
dat je gevonden heb. Foto's worden er gemaakt
van de eieren en later van de broedresultaten
waarna de jongen worden geringd.
Het was prachtig om daarna nog enkele keren
naar de bewuste plek terug te gaan. Helaas liep
het niet altijd goed af, soms werden de nesten
gepredeerd.
Tijdens de evaluatieochtend in mei was het leuk
om de ervaringen van de andere groepjes te ho
ren: Geweldige resultaten, maar ook teleurstellin
gen die anderen mee gemaakt hadden.
Het invullen van de nestkaarten bleek niet altijd
eenvoudig omdat je in je enthousiasme wat te
slordig om dreigt te gaan met de gegevens die je
gelijk aan moet tekenen. Uiteindelijk kom je er in
samenspraak met je maat wel uit als je het niet
direct genoteerd hebt.
De afronding van de cursus werd in De Baecker-
mat te Westdorpe plechtig met het uitreiken van
de certificaten afgesloten waar het glas op gehe
ven werd.
Met dank voor de accurate en deskundige leiding
en de enthousiaste inzet van Henk Castelijns ho
pen we het volgend jaar een bijdrage te kunnen
leveren aan het boeiende werk van de Werk
groep Roofvogels Zeeland.
13