heden tussen de leefgebieden noodzakelijk voor
een gezonde populatie-ontwikkeling. Men gaat er
dan ook van uit, dat het herstel van de otter lan
gere tijd in beslag zal nemen.
Ecoprofielen van de doelsoorten
In het rapport: Natte As Biesbosch-Deltagebied:
Verkenning van knelpunten en mogelijkheden
voor moerasnatuur in het Delta gebied (2002) is
een verkenning gemaakt naar een netwerk van
bestaande en toekomstige moerasgebieden
(kern- en stapsteengebieden en corridors) dat
daadwerkelijk functioneert voor soorten die hierin
thuis horen. Daarom is voor het deeltraject
Braakman-Axel expliciet gekeken naar de eisen
van de doelsoorten: Roerdomp, Grote karekiet,
Otter en Grutto.
Het ecosysteemtype van deze doelsoorten is:
moeras, struweel en groot water.
Het minimale oppervlakte van een kerngebied
van Roerdomp resp. Grote karekiet is 750 resp.
300 ha; en van een stapsteengebied 75 resp. 30
ha.
Beide soorten zijn sterk gevoelig voor landrecrea-
tie, wat als consequentie heeft dat landrecreatie
aan de rand en waterrecreatie door het gebied is
toegestaan in stapstenen van 75 resp. 30 ha en
in kerngebieden van 750 resp. 300 ha.
Uiteindelijk zal het deeltraject Braakman-Axel
225 ha groot worden.
De eisen van de Otter aan de corridor stelt zijn:
minimale breedte en maximale onderbreking 50
m. De corridor bestaat uit een waterloop (niet of
langzaam stromend) met een moeras/ruigte zo
ne. Het water is aan beide zijden omgeven door
een brede moeraszone die geleidelijk overgaat in
ruigte en struweel. Over korte afstanden volstaat
een ruigte zone over land.
Barrières voor de Otter zijn: waterwegen met
steile randen, spoorlijnen 2-spoor, provinciale
wegen 3.000-10.000, provinciale wegen
10.000, weg 4-baans.
De Otter is zeer gevoelig voor loslopende han
den. In de corridor is geen recreatie toegestaan.
Eventueel wel kanovaart mogelijk wanneer een
aparte watergang wordt gecreëerd.
Natuurontwikkelingsgebied 'Westdorpe-
Noord'
In 1999 is in het kader van het voorstel voor de
gebiedsbegrenzing van de ecologische verbin
ding in de Kanaalzone een perceel van 21 ha ten
oosten van het kanaal begrensd: deelgebied
'Westdorpe-Noord' en ingericht als natuurontwik
kelingsgebied. Aan de begrenzing van de overige
gronden wordt nog gewerkt. Aanpassing van de
kanaaloevers ter plaatse van de oversteek zal
door Rijkswaterstaat worden uitgevoerd.
Dit jaar is het laatste stukje van dit deelgebied
verworven en ingericht. Het gebied is overgedra
gen aan Staatsbosbeheer.
Streefbeeld
Analoog aan de krekengebieden bestaat het ge
bied uit open water met veel riet en moersbosjes.
Het gebied biedt voldoende dekking, rust en
voedsel. Het open water heeft de vorm van een
kreek die de migratieroutes ten oosten en ten
westen van het kanaal met elkaar verbindt. On
der invloed van de kwel uit het kanaal zijn gradi
ënten in vocht, zoutgehalte en voedselrijkdom in
het gebied aanwezig.
In het brakkere deel grenzend aan het kanaal,
bestaat de vegetatie naast Riet uit Heen en Ru
we bies. In het zoetere vochtige milieu overheerst
het Riet met plaatselijk opslag van Schietwilg. Op
de hogere delen wordt het Riet vergezeld door
ruigtesoorten als Harig wilgeroosje, Valeriaan en
Koninginnekruid. Na verloop van tijd vindt spon
tane opslag van struweel plaats (Koebraam, Mei
doorn).
Het gebied vervult een functie als rustplaats voor
migrerende vogels, amfibiën en vliegende insec
ten. Voor de kleinere zoogdiersoorten
(Waterspitsmuis, vleermuizen), verschillende
soorten insecten (libellen) en vogels (Blauwborst)
fungeert deze steppingstone ook als leefgebied.
Moerasvogels als Rietzanger, Kleine karekiet en
Slobeend broeden hier.
Recreatief medegebruik
Het gebied kan goed worden overzien vanaf de
kanaaldijk. Daarnaast lopen de Kapittelstraat en
de Kanaalweg, beide verkeersluwe wegen, langs
de rand van het gebied. Vrije betreding van het
natuurgebied is in verband met de noodzakelijke
rust niet wenselijk. Op termijn kan worden ge
dacht aan ontsluiting in de vorm van een laarzen
pad.
16