NIEUWE RODE LIJST VOOR VOGELS
Vrijdag 5 november '04 ondertekende minister
Veerman van LNV de nieuwe Nederlandse Rode
Lijst van bedreigde broedvogels. De Rode Lijst is
tot stand gekomen met medewerking van SO-
VON Vogeionderzoek Nederland
(basisgegevens) en Vogelbescherming Neder
land (advies). Uit de lijst blijkt dat het in ons land
slecht gaat met de AKKER- en WEIDEVOGELS,
aldus Vogelbescherming Nederland. Op de lijst
prijken in totaal 78 vogelsoorten, waarvan de po
pulaties in meer of mindere mate bedreigd zijn of
die geheel uit ons land zijn verdwenen. Nieuw op
de Rode Lijst is onder meer de HUISMUS, wiens
aantal sinds de jaren zestig is gehalveerd. Een
aantal soorten is van de vorige Rode Lijst ver
dwenen, omdat het met hen inmiddels veel beter
gaat.
Wat doen we met de Rode Lijst?
De Rode Lijst heeft geen juridische basis, maar
biedt beleidsmakers, beheerders en ook Vogel
bescherming Nederland een handvat om beleid,
beheer en beschermingsactiviteiten voor bedreig
de soorten op af te stemmen. Vogelbescherming
voert bijvoorbeeld al enige jaren het Bescher
mingsplan Moerasvogels uit en startte dit jaar
een campagne voor duin- en kustvogels. Middels
het project Nederland Gruttoland werkt de organi
satie mee om de achteruitgang van de grutto en
andere akker- en weidevogels een halt toe te
roepen. Daarnaast ondersteunt Vogelbescher
ming ook werkgroepen die zich voor een bepaal
de vogelsoort inzetten, zoals voor de kerkuil,
steenuil en grauwe kiekendief.
22 akker- en weidevogels op de lijst
Niet minder dan 22 soorten van het boerenland
staan op de Lijst. Daaronder vogels, zoals grutto,
tureluur, veldleeuwerik en graspieper. Zo is het
aantal grutto's - Nederlandse weidevogel bij uit
stek - sinds 1960 achteruitgegaan van 125.000
naar minder dan 45.000 broedparen. Van de
veldleeuwerik (momenteel 50.000-70.000 paar) is
sinds 1973 maar liefst 90% verdwenen. Belang
rijkste oorzaak daarvoor is de intensivering van
de landbouw met overbemesting, ontwatering,
monoculturen van maïs- en grasland en het feit
dat weilanden steeds vroeger en vaker gemaaid
worden. Andere soorten, zoals patrijs, steenuil,
Door: Vogelbescherming Nederland
grauwe vliegenvanger en kneu zijn de dupe ge
worden van het verdwijnen van kleinschalige,
agrarische cultuurlandschappen. Sinds de jaren
zestig zijn knotwilgen, houtwallen, hagen, hoog-
stamboomgaarden en ruige overhoekjes met
kruiden massaal uit het Nederlandse landschap
verdwenen. Daardoor kampt bijvoorbeeld de
steenuil met een afname van 50 tot 75 en is
een algemene broedvogelsoort als de kneu ge
halveerd (thans 40.000 - 50.000 paar).
Negatieve trend voor de huismus
Ooit de algemeenste soort die bij ons voor
kwam - de huismus - is zo hard in aantal achter
uit gegaan, dat de soort thans als 'gevoelig' op
de Rode Lijst staat vermeld. Alleen al in de perio
de 1990-2002 nam de populatie met 40% af.
Voor 1980 was er nog sprake van 1-2 miljoen
paar huismussen, thans is daar niet meer dan de
helft van over.
De negatieve trend is te wijten aan het gebrek
aan nestgelegenheid in nieuwe gebouwen door
ongeschikte daken en dakpannen, terwijl veel
oudere gebouwen door renovatie en isolatie on
toegankelijk zijn geworden. Daarnaast schiet het
voedselaanbod op veel plaatsen tekort. Braaklig
gende terreinen zijn gedecimeerd en graanak
kers, waar huismussen in de nazomer massaal
foerageerden, zijn vervangen door maïsakkers.
Positieve ontwikkelingen
De nieuwe Rode Lijst Vogels 2004 toont ook po
sitieve veranderingen. Zo staan lepelaar, ooie
vaar en ijsvogel door hun toename in de laatste
tien jaren, niet langer vermeld. Dit is onmisken
baar een gevolg van beschermingsactiviteiten.
Op de Lijst staan 8 vogelsoorten die voorheen
niet in Nederland broedden en tegenwoordig vas
te voet onder de grond hebben. De natuurlijke
vestiging van de nieuwkomers (roodhalsfuut, klei
ne en grote zilverreiger, brilduiker, slechtvalk,
oeverloper, grote mantelmeeuw en kortsnavel-
boomkruiper) wordt zeker als een positieve ont
wikkeling gezien en is onder andere een gevolg
van nieuwe natte natuurgebieden.
21