BROEDVOGELINVENTARISATIE 2001/02:
GRONDELEENDEN EN STELTLOPERS IN Z. VLAANDEREN
Door: M. Buise
Onder deze titel verscheen afgelopen voorjaar een
rapport, samengesteld door leden van beide Vo
gelwerkgroepen in Zeeuws-Vlaanderen (ZVI), die
van 't Duumpje en die van De Steltkluut. In het
voorjaar van 2001 en 2002 werden door hen al
weer voor de vierde maal broedende grondeleen
den en steltlopers geïnventariseerd. De vorige
onderzoeken vonden plaats in 1983/84, 1989 en
1994. Grondeleenden en steltlopers kunnen wor
den gesplitst in pionier- en weidevogels. Pionier-
vogels broeden op kale grond en weidevogels op
plaatsen met een grazige of daarop gelijkende
vegetatie. Het zijn karakteristieke bewoners van
het oorspronkelijke Zeeuws Vlaamse krekenland
schap, zogenaamde 'Zeeuwse Natuur'.
Het rapport tracht een beeld te geven van de
populatiewijzigingen gedurende de afgelopen
vijftig jaar in relatie tot diverse ontwikkelingen en
gebeurtenissen. Daardoor is het mogelijk om aan
te geven wat er gedaan kan worden om deze
voor de streek zeer karakteristieke soorten te
behouden of zelfs op-nieuw een kans te geven.
In verband daarmee wordt verslag gedaan van
de eerste resultaten van een aantal natuurontwik-
kelings- en herstelprojecten. Bovendien wordt
ingegaan op het project vrijwillige weide- en ak
kervogelbescherming. Ten slotte wordt vooruit
gekeken in de toekomst. Activiteiten die een ne
gatieve invloed hebben op de steltlopers en gron
deleenden vinden nog steeds plaats. In de Wes-
terschelde vinden ingrepen plaats die nadelig zijn
voor de buitendijkse broedpopulaties. Ook bin
nendijks zijn de meeste biotopen verre van veilig
en nog steeds vogelvrij.
6