MANNEN VAN HET EERSTE UUR Een gesprek met Jaap Hoek en Geert Ottens Het was zaterdag 11 maart 1972, bijna 33 jaar geleden dus, toen voor het eerst een groepje vrijwilligers van Natuurbeschermingsvereniging (toen nog: Vogelwacht) de Steltkluut op stap ging om knotwilgen te knotten. Hoewel we het niet helemaal zeker weten, waren het misschien wel de eerste vrijwilligers die in Zeeland de zaag ter hand namen. Een gesprek met de mannen van het eerste uur, Jaap Hoek (76) en Geert Ottens (73) of hoe het allemaal begonnen is 's Morgens, even voor tien uur haal ik Jaap op, die maar een paar huizen bij mij vandaan woont. We rijden naar Geert in de Klapstraat in Koe wacht. De twee mannen hebben jarenlang inten sief samengewerkt, maar dat is lang geleden. Door: Peter Maas Sindsdien zien ze elkaar minder dan ze zouden willen, het weerzien is hartelijk, emotioneel zelfs en er volgt een stevige omhelzing. "Kom binnen, kom binnen" roept Geert. Zoals ik hem zelf ook altijd gekend heb, wanneer dan ook, waarom dan ook, altijd stond de deur open en altijd voelde je je meteen welkom. We komen aanvankelijk niet verder dan de keuken, zo ongeduldig zijn ze alle bei en het duurt nog een hele tijd voor Geert de rust heeft om even koffie te halen. Het kost moei te om de aandacht daar te krijgen waar ik hem hebben wil: dat knotten, hoe is dat eigenlijk alle maal begonnen? Eerst moet duidelijk gemaakt worden hoe het met iedereen gaat en hoe de hele familie en wederzijdse kennissen het ma- 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2005 | | pagina 18