4 Insecten in de tuin Door: Sandra Dobbelaar Het is winter. In de tuin zijn alle bomen en strui ken kaal en de meeste planten afgestorven. Het insectenleven ligt stil. Binnen is het lekker warm. De lamp van mijn binoculair geeft nog extra warmte. Voor me staat een doos insecten met een etiket: 'nog te determineren'. Eén voor één worden ze gedurende de lange donkere avonden weggewerkt. Aan de hand van tabellen die door lopen moeten worden, kom je aan de hand van allerlei ingewikkelde vragen over piepkleine ken merken, bij de soort terecht. "He, weer een Cer- ceris rybyensis (Groefbijendoder). Wat kunnen die beesten toch variabel zijn." Meestal herken ik ze in het veld direct en laat ik ze meteen weer vrij. Bij twijfel bekijk ik ze thuis nog eens aan de hand van de tabel. De volgende patiënt is er een uit mijn eigen tuin. Het is weer een knoopwesp, maar geen gewone. Dit keer is het Cerceris rufi- cornis, een beestje zonder Nederlandse naam. Leuk! Weer een nieuwe soort in mijn tuin. Wat nog leuker is dat het zelfs voor Zeeland een unie ke vondst is. Ook zijn 3 soorten spinnendoders, 5 sprinkha nen, 4 plooivleugelwespen, 15 graafwespen en zelfs 22 soorten zweefvliegen waargenomen. Nestgelegenheid in de tuin. Natuurlijk komen al die insecten niet vanzelf. Niet alleen voedselbronnen zijn belangrijk maar ook nestgelegenheid. Elke soort heeft zo zijn eigen voorkeuren en gewoonten. De een graaft zijn nestje in de grond, de ander zit liever in een holle stengel of dode boomstam. Staan bij de ene soort verschillende soorten stuifmeel en nectar op het menu, is voor de ander slechts één soort van belang. Variatie in voedselaanbod en nestge legenheid is een belangrijke factor voor het lok ken van verschillende soorten insecten. In mijn tuin zijn naast allerlei voornamelijk in heemse struiksoorten een heleboel inheemse kruiden ingezaaid. Op de plaats waar een terras gelegen heeft, ligt een nog een dikke laag zand. Zo is er een gunstige plek ontstaan met een ge schikte bodem voor de kruiden. De variatie van dicht begroeid tot een schraal bedekt vegetatie- dek geeft voldoende graafmogelijkheden voor de insecten. Voor de niet bodembewonende insec ten zijn er allerlei andere plekjes om hun nest in te bouwen. Er liggen omgekeerde bloempotten Twee manieren om een nestgelegenheid aan de muur te maken. Ondertussen zijn er al heel wat soorten insecten opgedoken in mijn tuin. Het wordt pas echt in drukwekkend als alles eens op een rijtje staat. Helemaal compleet is deze lijst natuurlijk niet. Daarvoor zou er langer en vaker geïnventari seerd moeten worden. Wat hier bijeen staat zijn gegevens van vangsten die toevallig zijn gedaan. In de tabel staan als voorbeeld alleen de soorten genoemd van de bijen, hommels en libellen. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2005 | | pagina 22