TERUG VAN WEG GEWEEST NATUURONTWIKKELING IN ZEELAND In juli 2004 verscheen de Provincie Zeeland Mili eureeks nummer 27: Terug van weggeweest, brochure over de natuurontwikkeling in Zeeland. Deze brochure gaat over de plannen van de pro vincie Zeeland om Zeeuwse natuur de kans te geven zich duurzaam te herstellen op een groot aantal plaatsen die in vroegere tijden aan de na tuur onttrokken zijn, of in natuurgebieden die door de voortschrijdende modernisering hun na tuurwaarden grotendeels zijn kwijt geraakt. Een natuur terug van weggeweest. De brochure bestaat uit twee delen. In het eerste deel komen onder meer het achterliggende be leid aan de orde, waar de natuurontwikkeling plaats vindt, wie erbij betrokken zijn en hoe de ontwikkeling van de nieuwe natuur tot stand komt. In het tweede deel illustreren diverse voor beelden uit de praktijk de theorie: van de natuur ontwikkeling in Schouwen-Duiveland tot de plan nen in Zeeuws Vlaanderen, van brak kleimoeras, bloemrijke graslanden tot hoger gelegen bosge bieden. Onderstaand artikel is een samenvatting van het eerste deel van de brochure. Regelmatig ver schijnen in dit tijdschrift artikelen over natuurge bieden in ontwikkeling in Oost Zeeuws Vlaande ren. Inleiding Het Zeeuwse landschap is na de Tweede We reldoorlog ingrijpend veranderd. De afsluiting van de zeearmen, de ontsluiting van de eilanden via de deltadammen, grootschalige ruilverkavelin gen, egalisatie van landbouwgronden, verlaging van het grond- en oppervlaktewaterpeil, aanleg van nieuwe wegen en industrieterreien en de steeds verder uitdijen de dorpen en steden gaven Zeeland een heel ander aanzien. Hoewel dit alles in belangrijke mate heeft bijge dragen aan de wederopbouw van de provincie, ging met deze moderniseringen een groot deel van de oorspronkelijke Zeeuwse natuurwaarden verloren. Natuur werd grotendeels teruggedrongen tot de natuurgebieden: de duinen, inlagen en karrenvel- den, natte graslanden en bosgebieden, gebieden waar verder niet zoveel mee te beginnen was. De natuurgebieden die zijn overgebleven, kampen met problemen als verdroging, verzuring, ver mesting, verontreiniging en versnippering. Dieren en planten verdwenen met het teloorgaan van hun leefgebieden. Soorten die voor de oorlog nog algemeen in de provincie voorkwamen, zoals de otter, de grauwe klauwier, de bruinvis en de har lekijn (een zeldzame orchidee) zijn hier uitgestor ven of tot een zeldzame verschijning verworden. Met de achteruitgang van de natuur echter groei de maatschappelijk het besef dat de nieuw ver worven welvaart een keerzijde heeft. Dat wel vaart en welzijn niet altijd samengaan en dat de natuur in al haar facetten in belangrijke mate bijdraagt aan het welzijn van de mens. En dat er dringend ingegrepen moest worden om te voor komen dat nog meer landschappelijk schoon, planten en dieren voorgoed zouden verdwijnen uit onze streken, of onherstelbaar beschadigd zouden raken. Dit besef leidde door de jaren heen tot het huidi ge ambitieuze natuurbeleid -landelijk en provinci aal-, dat er enerzijds op gericht is om de nog bestaande natuur te behouden en te optimalise ren en anderzijds op het versterken van de na tuur door ontwikkeling van nieuwe natuurwaar den. Beleidskader natuurontwikkeling Natuurontwikkeling is één van de beleidsinstru menten binnen het landelijke en provinciale be leid, naast wettelijke bescherming en natuurbe heer. Het beleidskader voor de natuurontwikke ling in Zeeland is vastgelegd in de volgende be leidsstukken: het Natuurbeleidsplan (1991), de Zeeuwse uitwerking van het Natuurbeleidsplan (1991), de Provinciale Inventarisatie Natuurdoe len voor de Zeeuwse EHS (2000) en het Natuur gebiedsplan Zeeland (2001 De kern van het landelijke Natuurbeleidsplan is de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), oftewel een groen/blauw netwerk van natuurgebieden en verbindingszones van oost naar west en van noord naar zuid. Het doel van de EHS is het behouden én het versterken van de Nederlands natuur door het tegengaan van versnippering. Door het creëren van grotere na tuurgebieden en verbindingszones tussen deze gebieden krijgen landschappen en bedreigde dieren en planten een betere kans zich duurzaam in stand te houden. Het Natuurbeleidsplan geeft 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2005 | | pagina 12