1?
1
om in het hol, want even later is kop zichtbaar.
Ze sluit het nestje van binnenuit af om 15.34 uur.
Een ander vrouwtje (V3) probeert op dezelfde
plaats van hol 1 een gat te graven. Daarna pro
beert ze opnieuw in los zand daar vlakbij een
holletje te graven. Even later stopt ze, ze zoekt
en probeert hol 1 open te maken. Dit lukt en ze
gaat naar binnen. Na 5 minuten wordt ze eruit
geduwd en vindt er een gevecht plaats tussen de
twee vrouwtjes (V1 en V3). De indringer (V3)
probeert te steken, druipt even later af en hijgt uit
(pompbeweging lijf).
V1 gaat meteen weer naar binnen en sluit nestje
af (15.50 uur) door van binnenuit grond omhoog
te duwen. V3 kruipt onder de dennennaalden
weg.
Een analyse maken is in dit geval erg lastig. In
elk geval zijn twee conclusies te trekken: het
nestholletje is door tenminste drie vrouwtjes be
zet geweest en het gevecht heeft een duidelijke
winnaar (V1en twee verliezers (V2 en V3) opge
leverd. Daarbij is de rol van V2 toch wat onduide
lijk.
Een wel heel merkwaardige strijd namen we
waar op 24 maart 2003. Om 11.00 uur komt een
vrouwtje (V1) met stuifmeel aangevlogen, begint
een nesthol (hol 1) open te graven, gaat naar
binnen en sluit het hol. Na ongeveer 5 minuten
wordt ze naar buiten gedrukt door vrouwtje 2
(V2). V1 heeft op dat moment nog stuifmeel bij
zich, V2 niet. Het naar buiten drukken gebeurt op
een grove manier. V2 drukt met de kop V1 dwars
door de afsluitende zandlaag naar buiten! Buiten
het hol beginnen de dames direct te vechten. Ze
■louden dit ca. 5 minuten vol. Daarbij rollen ze
over elkaar, gebruiken kaken, pootjes en maken
steekbewegingen met de angel! Na het gevecht
moeten ze allebei uitrusten en stappen ze wat
rond. V2 kruipt nu in een ander holletje (hol 2) en
luit dit van binnenuit af! V1 blijft zoeken, snuffelt
vat rond bij hol 1, maar loopt verder en gaat
even wat zonnen op een boomstam. Na ca. 10
minuten vliegt ze weer terug naar de nestholle-
tjes en vliegt er in oriënteringsvluchten ca. 3-4
minuten overheen. Met regelmatige landingen.
Daarna begint ze uitgerekend in hol 2 te graven,
vvaar op dat moment haar rivaal nog in zit. Na
ongeveer 1 minuut graven loopt ze weg, komt na
2 minuten weer verder graven, het hol is dan nog
steeds niet open, loopt weer weg (opnieuw rake-
fngs langs hol 1) en om 11.50 uur vliegt ze defi
nitief weg. We hadden de indruk dat V1, wat klei
ner was en V2 ietwat dominant.
Hoewel we dit hele gevecht goed hebben kunnen
volgen, begrijpen we niet veel van de tactiek van
de vrouwtjes. Wie zijn de rechtmatige eigenaren
van hol 1 en 2? Als V1 de eigenaar is van hol 1,
waarom gaat ze dan niet terug naar binnen in hol
1, als V2 in een ander hol kruipt? En waarom
kruipt V2 nu ineens in een ander hol, terwijl ze
net daarvoor V1 zo resoluut uit hol 1 gewerkt
had? Blijkbaar is het oriëntatievermogen van
deze twee vrouwtjes niet al te best en herkennen
ze hun eigen nest niet goed.
Een vergelijking met andere studies
We vergeleken de gegevens van populaties in de
Braakman met literatuurgegevens. De vliegperio-
de van de populatie in de Braakman valt bijna
volledig binnen het vliegdiagram dat werd gepre
senteerd in de Voorlopige Atlas van de Neder
landse Bijen (Peeters et al, 1999). Alleen ons
vroegst aangetroffen vrouwtje (27-2-2000) valt
daar net buiten.
In Die Wildbienen Baden-Württembergs
(Westrich, 1998-1999) vonden we de volgende
gegevens: hoofdvoedsel boswilg, maar ook wel
grauwe, bittere, geoorde, kruip- en katwilg. Man
netjes weinig bloemlievend. Biotoop: bosranden,
heide, kaalslag, leemgroeven, soms ook in ste
den (parken), op paden, op vegetatievrije of met
mos begroeide stukken in licht bos. Bodem: liefst
vastgetreden zand dat ook sterk humeus kan
zijn. Nest in zelf gegraven gangen in meestal
kleine aggregaties. Nesten meestal niet dicht bij
elkaar maar verspreid. Nesten worden voor elke
verzamelbeurt gesloten. 1-4 broedcellen per
nest. Nest vaak 4-5 cm, soms 10-30 cm diep.
"Onze" clarkella's wijken hier op een paar punten
vanaf: Ze vliegen in de Braakman alleen op bos
wilg, de nesten liggen soms vrij dicht bij elkaar,
nesten worden niet altijd voor iedere verzamel-
vlucht gesloten, hier alleen 2 cellen per hol ge
vonden.
Er bestaat ook een uitgebreide studie naar onder
andere de zwart-rosse zandbij die werd uitge
voerd in Noordwest-Duitsland in 1983 en 1984:
(Gebhardt et al, 1987). De studie werd uitgevoerd
in Drakamp; 26 km. westelijk van Oldenburg.
Hieronder worden in een tabel de belangrijkste
gevonden gegevens van zowel de studie in de
Braakman als in Drakamp samengevat.
Er zijn een paar duidelijke verschillen: Het eerste
wat opvalt is de veel vroegere vliegtijd in het jaar.
De vrouwtjes in de Braakman vliegen ruim een
maand vroeger dan in Noord-Duitsland, de man
netjes 2 weken. Dat komt voornamelijk door de
15