SPEURTOCHT NAAR DE VIJFVLEK-SINT-JANSVLINDER
(Zygaena trifolii) IN ZEEUWS VLAANDEREN IN 2004
Door: Joop de Bakker, Luciën Noens en Eddy Taelman
Na 1950 is de vijfvlek-sint-jansvlinder zeer sterk
achteruitgegaan in Nederland. Het is een lokale
soort geworden die nu vooral nog is aan te tref
fen in Zeeuws Vlaanderen. De Provincie Zeeland
heeft de soort opgenomen in haar actieprogram
ma Soortenbeleid Zeeland. Het gaat om tijdelijke
maatregelen voor het behoud van zeldzame
plant- en diersoorten die risico lopen te verdwij
nen.
Wij hopen een bijdrage te leveren aan het be
houd door de plaatsen op te sporen waar de vijf
vlek-sint-jansvlinder nog voorkomt en de ontwik
kelingen van bestaande populaties te volgen.
Op 28-06-2004 voerde de speurtocht ons naar
Breskens alwaar er honderden Z. trifolii's nabij
het veerplein zouden zitten. We waren blijkbaar
te laat.
Al enkele jaren vliegt de Zygaena trifolii hier eer
der dan op de andere bekende vliegplaatsen in
Oost Zeeuws Vlaanderen. Het klimaat is door de
invloed van de zee wat milder dan in de omge
ving van Hulst. Het aantal vorstdagen (minimum
temperatuur lager dan 0,0 graden) liep in 2004
uiteen van 19 in Vlissingen tot 48 in Westdorpe in
Oost Zeeuws Vlaanderen.
Door het geringere aantal vorstdagen zullen de
waardplanten hier eerder tot ontwikkeling komen.
De overwinterende rupsen kunnen vroeger actief
zijn, verpoppen, uitkomen, paren, eitjes afzetten
en sterven. Dit kan de verklaring zijn dat bijna
alle Z. trifolii's reeds verdwenen waren. De vege
tatie nabij het veerplein is zodanig vergrast dat er
praktisch geen rolklaver meer aanwezig is. Ande
re nectarplanten zijn hier zeldzaam waardoor
bijna alle vlinders het moeten doen met een en
kele akkerdistel. Toch zijn er hier nog honderd
vlinders in twee km-hokken geteld.
Onderzoek in het 'Knokkertbos' van SBB gelegen
tussen Cadzand en Nieuwvliet leverde geen Z.
trifolii's op en er werden ook geen waardplanten
aangetroffen.
Tussen Groede en Nieuwvliet
In de bermen langs de vernieuwde weg tussen
Groede en Nieuwvliet werden 11 vlinders waar
genomen. In 2003 werden er hier voor het eerst
25 vlinders gezien door A. Westerweele.
Tussen Oostburq en Schoondijke
Een complete verrassing was het grote aantal
vlinders aan de oude weg van Oostburg naar
Schoondijke. De oude N58 is hier ter plaatse een
'boerenweg' geworden, deels uitgebroken waar
door er een nieuwe berm is ontstaan en daardoor
weer andere planten dan grassen kunnen groei
en zoals de vogelwikke en rolklaversoorten op de
omgewoelde grond. Het blijkt hier dus duidelijk
dat deze vlindersoort een pionier is.
In 2001 zagen Joop en Gerda de Bakker hier op
24 juli, dus vrij laat, nog 15Z. trifolii's.
We waren benieuwd of de soort er nog zou voor
komen.
Het aantal vlinders wat we hier aantroffen was
boven verwachting!
Er was echter één groot probleem. Er werd volop
langs deze weg gemaaid door een boer die bang
was dat de landbouwinspectiedienst een akker
distel op zijn land zou vinden en hij dan een zwa
re boete zou krijgen. Wist hij veel dat er hier zo'n
zeldzame vlindersoort rondfladdert. Door ons
toedoen is hij vroegtijdig (tijdelijk?) huiswaarts
gekeerd.
Nader onderzoek door ons resulteerde in; geen
akkerdistel langs deze weg gevonden. De boer
was dus maar preventief aan het maaien en
dacht misschien grondig gemaaid staat netjes!
Hier zijn 752 vlinders gespot en dit was mogelijk
maar de helftmaar voor hoelang?
Inlaag Nummer Eén
Op naar Nummer Eén gelegen aan de Wester-
scheldedijk tussen Breskens en Hoofdplaat.
De inlaag bij de Westerschelde heeft een ruige
schorvegetatie. De drie vlinders die hier gespot
zijn hebben wel een schitterend uitzicht, maar je
moet toch wel een hardnekkige pionier zijn om
als kwetsbare vlinder hier een poging te doen om
te overleven...
6 juli 2004.
18