DE BLAUWE FLITS IS TERUG
Wie ijsvogels wil zien in onze regio, heeft geluk.
De kans om deze parel van sloot, kreek en plas
tegen te komen is sterk toegenomen.
Nu is Oost -zeeuws Vlaanderen goed bedeeld
met vele kreken kreekrestanten, polderleidingen
en allerlei waterplasjes, dus dit is wel een voor
deel.
De zwakke winters van de laatste jaren hebben
er echter mede voor gezorgd dat de ijsvogelpo
pulatie in heel Nederland sterk is toegenomen.
Het jaar 2002 werd in Nederland uitgeroepen tot
het jaar van de ijsvogel.
Dit bleek een topjaar voor ijsvogels in Nederland
met ruim 600 broedparen
Toch stelt een ijsvogel wel hoge eisen aan zijn
broedbiotoop.
Rust, visstekjes met vele kleine visjes, beschut
ting in de vorm van bomen, helder water .liefst
stromend en een steile (liefst) zandige oeverkant
of wortels van omgevallen boom zijn een must
Dat veel tuinen tegenwoordig worden verfraaid
met een tuinvijver,heeft ook sterk in het voordeel
gewerkt van ijsvogels.
Sommige eigenaren moeten dan ook niet ver
wonderd zijn als het aantal visjes in de vijver plot
seling sterk verminderd is Redelijk wat waarne
mingen worden in de winter gedaan bij tuinvij-
vers of visvijvers met veel kleine visjes.
In dit artikeltje wil ik u een overzicht geven van de
plaatsen, waar ijsvogels zijn
waargenomen tijdens de broedperiode, maar ook
in voorjaar, winter of najaar over de periode van
het jaar 2001 tot nu.
Waarnemingen kreeg ik binnen van vissers, vo
gelliefhebbers, landbouwers en allerlei andere
natuurliefhebbers.
Even naar de ijsvogel: Als we de ijsvogel bekij
ken zijn er een aantal dingen die direkt opvallen
en waardoor het vrij eenvoudig is om hem te her
kennen. Ten eerste natuurlijk de opvallende kleu
ren, de borst is oranje tot roestbruin, de rug is
prachtig blauw, met in het midden een turkoois-
blauwe, bijna fluorescerende streep,; hij is zo
groot als een kleine spreeuw met een kort staart
je. Vaak zie je hem echter als in blauwe flits voor
bij snorren laag over de waterlijn om vervolgens
ergens op een laaghangende tak een visstekje
op te zoeken. Ook is er een verhaal van een
visser aan een kreek,die plotseling op zijn visstok
Door: Huub Bun
Foto: Edward Neve
een ijsvogel kreeg zitten die deze een tijdje als
uitkijkpost gebruikte om dan daarna wegte vlie
gen.
Opvallend is ook de relatief grote en lange sna
vel. Bij de vrouwtjes zit hierbij op ondersnavel
een rode vlek de mannetjes hebben een ge
heel zwarte snavel.
Wie op een mooie dag in het begin van maart
door een geschikte ijsvogelbiotoop loopt en zijn
oren en ogen goed de kost geeft, heeft een grote
kans een ijsvogelpaartje te ontdekken, dat op
zoek is naar een mooie steile wand aan een oe
ver om er een nestgang in te graven. De vogels
vliegen luid "tie-tie roepend achter elkaar aan,
daarbij vrijwel elke bocht van de watergang of
beek volgend, vrijwel zonder er één af te snijden.
Wanneer er een geschikt steil wandje gevonden
is, kan het graven beginnen.
Langzaam ontstaat zo een centimeters diepe
gang soms tot wel een meter lengte, waar de
ijsvogels net in kunnen kruipen.
Mede door de smalle gang zijn de eieren beter
beschermd tegen de grotere rovers, zoals huis
kat, hermelijn of bunzing of zwarte kraai. De
meest ideale nestgelegenheid biedt een steile
.afgekalfde oever van een watergang of beek, of
steile zandkant van een visvijver met een hoogte
van ongeveer één meter boven de waterspiegel..
Aan het einde van deze broedpijp .bevindt zich
22