Hoogste aantallen waargenomen libellen per jaar Figuur 1 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Jaar Gew one oeverlibel -♦Grote Keizer libel -•Platbuik Kleine roodoogjuffer Lantaarntje -eAzuurjuffer -♦Vuurjuffer In figuur 2 wordt per jaar het aantal waargeno men soorten per jaar gegeven. Figuur 2 Jaar 98 99 00 01 02 03 04 Aantal Soorten 3 5 5 5 8 8 5 Kijkend naar de telresultaten zie je verschuivin gen in het aantal soorten en de aantallen per soort. De put wordt ouder. Er verschijnt meer beplanting en de waterkwaliteit verandert. Iedere soort libel heeft een eigen voorkeur voor een bepaald type water. Soorten komen en gaan. De Platbuik, een echte pionier, wordt alleen de eer ste jaren waargenomen en verdwijnt daarna vol ledig. De Gewone oeverlibel is niet echt een pio nier, maar ze houd wel van kale oevers. We zien deze soort snel opkomen en weer afnemen als de oevers meer begroeid raken. Het Lantaarntje voelt zich blijkbaar bij verschillende ontwikke lingsstadia goed thuis. Hij is dan ook de meest constante soort. Hoe snel de verschillende soor ten zo'n nieuwe poel kolonialiseren hangt ook van het verspreidingsvermogen van de soorten af. De soorten moeten of goede vliegers zijn, of al populaties in de omgeving hebben. Dat is waarschijnlijk de reden dat de Vuurjuffer en de Azuurjuffer pas vanaf 2002 verschijnen. De Vuur juffer is in de open polders rondom Vogelwaarde beslist niet algemeen. Opgemerkt kan worden dat dat blijkbaar ook voor de Kleine watersala mander geldt. Deze amfibie werd voor het eerst pas in 2004 aangetroffen. We zien dat de poel 5 jaar na aanleg zowel het grootste aantal soorten, als het gemiddeld groot ste aantal exemplaren per soort heeft bereikt. Daarna beginnen beide weer terug te lopen. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat deze relatief kleine poel toch te veel is dichtgegroeid met waterplanten en het water te voedselrijk is geworden. Voor de libellen zou het dus goed zijn dat de poel eens wordt opgeschoond, waarbij een flink deel van de slibbodem en waterplanten verwijderd zouden worden. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2005 | | pagina 13