Intermezzo zoute Aquacultures: Staat voor de
teelt van zilte organismen, bijvoorbeeld mosse
len en zeekraal. Mosselteelt vindt plaats in bo
demcultures en hangcultures. Zeekraal Sali-
cornia europeae) is een plant die van nature
groeit op buiten- en binnendijkse zoute gron
den. Zeekraal wordt in Zeeland op natuurlijke
vindplaatsen gesneden en is een exclusieve
groente. Zeekraal is een pionierplant die inci
denteel zout water nodig heeft. Een enkeling in
Zeeland is al succesvol bezig met het telen
van zeekraal. Er zijn nog andere vormen van
zilte aquacultures zoals teelt van zeeaster, za
gers, overige schelpdieren (kokkels en oesters)
en vis (tarbot, tong, paling)4. Deze teelten wor
den in deze studie niet onderzocht.
polder onder water komtals gevolg van de getij
werking op de Westerschelde, te bepalen.
De opbrengst aan natuur (estuariene dynamiek)
is gebaseerd op de berekende waterstanden en
is verder ingevuld via de natuurdoeltype syste
matiek (streefbeelden met doelsoorten). Het
(technisch) ontwerp van de waterbeweging bij de
aquacultures is afgeleid van de eisen die de teelt
van mosselen en zeekraal stellen.
buitendijks schor
sche en hoogtekaarten. De kreek wordt diep ge
noeg gemaakt om het kweken van mosselen
mogelijk te maken. De bodem van de kreek komt
op NAP - 2,00 m te liggen. De kweek van mos
selen zal plaatsvinden met behulp van rekken die
bevestigd worden aan drijvers. De hoogte van de
rekken komt overeen met de waterkolom. Zo
komen de mosselen niet droog te staan. Door
middel van drijvers kunnen de rekken mee bewe
gen met getijbeweging.
De hoger gelegen delen van de polder zullen
geschikt zijn voor de teelt van zeekraal. Deze
percelen zullen gedurende een week per maand
overstromen.
Ontwerp Hellegatpolder
Deze polder van nog geen 100 jaar oud ligt in het
oosten van Zeeuws Vlaanderen. De kleigronden
waaruit de polder bestaat zijn voornamelijk in
gebruik als landbouwgrond. Daarnaast is er in
het noorden van de polder een camping. Buiten
dijks vinden we een gebied van schorren en slik
ken.
Om binnendijks tot zilte natuurontwikkeling te
komen is het noodzakelijk Westerscheldewater in
de polder te laten. Dit kan zowel gecontroleerd
als ongecontroleerd. In het ontwerp dat hier
wordt besproken wordt, wordt dieper ingegaan op
de gecontroleerde inlaat. Een ontwerpschets is
weergegeven in figuur 2. Om een peilfluctuatie in
de polder te bereiken van 2.00 m. wordt in de
noordoostelijke hoek van de polder een duiker
gesitueerd. De dimensies van de duiker zijn terug
te vinden in tabel 1 en zijn gebaseerd op de ex
tremen, doodtij en springtij. Direct achter de dui
ker wordt een zandvang aangelegd om dichtslib-
bing van de uit te graven kreek te voorkomen. De
uit te graven kreek is terug te vinden op histori-
Na de herinrichting zal er in de Hellegatpolder
een intergetijdengebied ontstaan met slikken en
schorren van het type 'nagenoeg-natuurlijk zout
getijdenlandschap' en 'begeleid-natuurlijk zout
getijdenlandschap'. Gedeelten van de polder
zullen bij ieder getij en andere alleen tijdens
springvloed overstromen. Zo zijn de slikken voed
selrijk en uitstekende locaties voor vele vogels
om te foerageren. De hoger gelegen schorren
zullen alleen met springtij overstromen. Op die
plaatsen zullen zich lage zoutminnende vegeta
ties kunnen ontwikkelen. Het beheer van een
getijdenlandschap kan op een nagenoeg-
natuurlijke en een begeleid-natuurlijke manier
plaatsvinden. Er moet daarbij voor gezorgd wor
den dat er niet te veel verstoring van de natuur
plaatsvindt en dat het binnenstromende water
een goede kwaliteit heeft.
Waterpeilfluctuatie sleutelfactor
Om een optimaal natuurrendement in de polder
te krijgen is de getijslag de sleutelfactor6. Voor
het creëren van estuariene dynamiek moeten
processen als erosie en sedimentatie in voldoen-
18