op, het was immers laagtij. Boven Saeftinghe vlogen we op een hoogte van ongeveer 1 km. Het geulennetwerk vanuit de lucht was fantastisch, de geulen zijn net aders die zich steeds breder vertakken. Een onverwachte ontmoeting Het was half mei, 's ochtends had ik terug geprobeerd een aantal opnames te maken van de dwergsternen. Ik wandelde langs de Scheldedijk en plots merkte ik een wandelend Dit voorjaar was ik in de buurt van Breskens, om jagende dwergsternen trachten te fotograferen. Hier in de buurt is er een kleine broedkolonie op een beschermd eiland, beheerd door Stichting Zeeuws Landschap. Bij hoogtij komen ze regelmatig langs de kust vissen. Dat is het moment om ze op te wachten. Er zijn natuurlijk een aantal factoren die het fotograferen van dwergsternen bemoeilijken: ze zijn klein, het zijn zeer vlugge vliegers en er zijn niet veel vogels. Mijn 500 mm objectief is geen autofocus, wat dit alles nog moeilijker maakt. Na verschillende dagen uren zitten wachten aan de waterlijn bij hoogtij heb ik enkele beelden kunnen maken, maar geen enkele dia is bevredigend. Van één beeld heb ik een uitsnede (erop) gemaakt die wel bruikbaar is. klein gedrocht op dat recht op mij af kwam. Ik stopte om de camera te nemen. Door de beweging die ik maakte, stopte ook het diertje. Het was een wezel met een dikke muis, waarschijnlijk op weg naar zijn of haar kroost. De wezel liet de muis liggen aan de rand van het wandelpad en verdween in het gras. Ik liep vlug naar de auto om een tussenring te halen. Ik posteerde me op 4 meter van de muis met de 500 mm en 5 cm tussenringen. Na ongeveer tien minuten kwam de wezel naar de muis. Op het moment dat de wezel de muis wou meenemen, maakte ik een opname. Door het geluid van de sluiter schrok het diertje zich een bult en rende even weg, waarna hij vliegensvlug terugkwam om in een mum van tijd de muis te nemen. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2005 | | pagina 20