Slakkeninventarisatie Braakman Door Harry Raad Slakkenwerkgroep KNNV Afd. Bevelander,1, rapport nr. 32, d.d. 20-7-2005 Op 16 juli 2005 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden de Braakman, een natuurgebied van Staatsbosbeheer ten westen van Terneuzen (kmhok 40-372). Aanwezig waren: Lucien Calle, Sandra Dobbelaar (excursieleidster), Marco Faasse, Harry Raad en Ine van de Ven. De slakkenoogst zou die dag wat getemperd zijn door het zomerse weer, maar er waren nog genoeg slakken die hun voelsprieten boven het maaiveld uitstaken. Inleiding De Braakman is een voormalige zeearm die in 1952 werd afgesloten om de zeewerende dijklengte terug te brengen van 28 km naar 2,7 km. Het gelijknamige natuurgebied is slechts een klein deel van die afgedamde zeearm, gelegen in het noordwesten langs de Westgeul. Dat is wel een gedeelte dat voor de landbouw minder interessant was door het voorkomen van kalkrijk zand, dat soms hooguit bedekt was met een te dunne kleilaag. De oppervlakte was 183 ha, maar inmiddels is uitbreiding gaande, vallend binnen de beleidstaak 'bestaande natuur, met aankooptitel' en 'nieuwe natuur'. Wat begrijpelijker is de beschrijving van het bestaande natuurgebied in een oud 'Handboek Natuurmonumenten', waaruit we ook kunnen halen wat het slakkenmilieu hier inhoudt: "Grotendeels ingedijkt krekengebied, gedeeltelijk bebost. In botanisch opzicht is de Westgeul zeer interessant, met vochtige tot droge duinvegetaties en een contactzone zout-zoet, met soorten als zeebies, ronde rus, parnassia, moeraswespenorchis en duizendguldenkruid." Natuurlijk is over die vegetatie nog veel meer te zeggen, maar voor enig floristisch detail verwijs ik liever naar het verslag van de Floron-excursie 2002 (Van den Berg c.s., 2003). We lezen daar verder in dat de Braakmankreek en de Westgeul brak zijn. Dat is nu echter wel kunstmatig geregeld met het inpompen van Westerscheldewater, omdat de zoute kwel aanmerkelijk afnam door de inpoldering in 1976 van de resterende Braakmanschorren, te weten De Mosselbanken. Over het bizarre industriegebied in de omgeving zal ik het verder niet hebben, omdat het voor de slakken weinig relevant is. Het laat zich vertellen dat daar een belangrijke werkgever voor Zeeland is gevestigd. Uitgaande van een gebied met kalkrijk zand, bos en open terrein, alsmede een gradient brak-zoet, kunnen we stellen dat hier toch zeker een slakje te vinden moet zijn. Het Veld Bij de parkeerplaats in het noorden van het terrein verzamelden de slakkenrapers, die daar een inleiding over het natuurterrein kregen van Lucien. We kregen een beeld van de historische ontwikkeling, waterproblematiek, natuurwaarden en de nieuwe inrichtingsplannen. De hectiek van het moderne natuurbeheer werd ons duidelijk gemaakt aan de hand van kapplannen in het bestaande bos en de aanleg van nieuw bos elders. Daarna gingen we een wonderlijke tocht naar de eerste locatie maken. Dat zat hem in het legioen dazen, die domein hadden in het te doorkruisen bos. Sandra waarschuwde voor blote benen, maar met een lange broek in Kruiningen deed ondergetekende niet veel met dit advies. Lopend over het bospad zwelde het gezoem aan. De beesten hadden het vooral op onze hoofden voorzien, kalende kruinen waren het geliefde doelwit. De meegenomen visnetjes brachten uitkomst bij de 'voorgangers'. Het leek wel een asbest-equipe. Voor de volgers hadden de beesten gelukkig minder interesse. Bij een open terrein aan de Westkreek was de aanval voorbij en konden we ons in de slakken verdiepen. Het was een prachtige duinvalleivegetatie met ontzettend veel orchideeën. Gewroet naar slakjes in de toch wat dichte zode leverde opvallend weinig op. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2005 | | pagina 8