4 w VOGELTREK IN POLEN Tekst: Huub Bun Foto's van Ymerts Verstraten Sinds enkele jaren organiseert Rob Remmerts reizen naar het Poolse platteland om daar vogels te kijken, zowel in voorjaar als najaar. In het najaar van 2004 en 2005 had ik het voorrecht om mee te gaan om daar de vogeltrek te observeren in de periode rond half oktober. Deelnemers waren Ymert Verstraten, Huub Bun en Rob Remmerts Spectaculair waren de grote aantallen Kraanvogels en Kol- en Rietganzen, maar ook natuurlijk de roofvogel- en zangvogeltrek. Ook de verschillende jagende Zeearenden niet te vergeten. Niet alleen vogels, maar ook verschillende zoogdieren konden we in de vrije natuur observeren. Zo waren er elke dag Vossen en Reeën te zien en kwamen we dit jaar voor het eerst de Visotter tegen in een heldere beek op zoek naar een visje. Activiteiten van Bevers waren dagelijks te zien aan de afgeknaagde boomstammetjes en beverdammen. Zelfs kregen we de bever een keer bijna in beeld, terwijl hij in het rietmoeras, takken en stammetjes aan het verzamelen was voor alweer een nieuwe beverdam. Het gehijg van dit logge beestje was hierbij duidelijk te horen, maar vanwege het hoge riet en zijn schuwheid konden we hem niet in de kijker krijgen. Ook vlinders kregen we dankzij het goede weer nog te zien: tientallen Dagpauwogen en enkele Kleine Vossen op onder andere in bloei staande Herfstasters. Ook zagen we Atalanta's, drie Gele Luzemevlinders en een Citroenvlinder. Interessant waren ook de typische noordelijke vogelsoorten en ondersoorten, die we soms duidelijk konden onderscheiden zoals o.a. de "Ossekopjes", Staartmezen met volledig witte kop en een zwart kraaloogje, de Noorse Kauw en Russische Kauw met veel wit in de hals.en een Tjiftjaf met een iets andere roep. Natuurlijk ook de talloze Taigaboomkruipers, die ook vooral aan het geluid van onze gewone Boomkruiper waren te onderscheiden. Verder natuurlijk ook opvallend de Ruigpootbuizerd, die volop doortrekt en overwintert in Polen. Vaak konden we deze grote buizerd met witte staart en zwarte eindband al biddend boven de Poolse akkertjes observeren, waar de plaatselijke boerenbevolking met de hand of met paard en wagen de grond aan het bewerken was. Ook zagen we Klapeksters, die hier in de trektijd in redelijke aantallen doortrekken en overwinteren. Opvallend was een keer de korte krassende zang van een Klapekster, die even later een Bonte Kraai wegjaagde, waarna daarna dezelfde kraai de Klapekster achterna vloog. Was hier sprake van een ordinaire ruzie om voedsel? De Klapekster ving even later al biddend een insect, dat hij vervolgens vanaf zijn uitkijkpost in een boom verorberde. Daarbij werd ons zijn tafel manieren geshowd, door heel netjes zijn snavel diverse keren aan een takje af te vegen. De enkele honderden Grauwe Gorzen en Geelgorzen, die in de uiterwaarden van de Notec, maar ook bij iedere boerderij te zien waren, vond ik heel bijzonder. Veel trek van Vinken, Kepen, Kramsvogels, Vlaamse Gaai, Veldleeuwerik en een enkele Boomleeuwerik, maar ook trekkende Buizerden en Blauwe Kiekendieven. Mijn verwachting ,dat we een groot aantal witte (noordelijke?) Buizerden zouden zien, bleek niet uit te komen. Op 97 Buizerden scoorden we slechts 9 lichte exemplaren, waarvan slechts 3 zeer licht, dus 28

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 36