tember. Het zwaartepunt van de dagtrek valt in de ochtend en avond. Het lijdt geen twijfel dat trek ook 's nachts plaatsvindt." (Lensink 2002). Met de blauwe reiger zijn we bij een soort beland die we het ganse jaar door kunnen waarnemen en ook zeer verspreid voorkomt. Er is vrijwel geen plekje in Nederland en zeker niet in het waterrijke Zeeuws-Vlaanderen waar je geen blauwe reigers kunt zien. Het hele jaar door. Enkel bij vorst en sneeuw val len er witte plekken in het buitengebied. Vo gels trachten dan nog weg te raken of leggen het loodje. Dan zie je er inderdaad minder. De blauwe reiger is ook een soort die veel verplaatsingen onderneemt elke dag, vrijwel het hele jaar door. Het is bekend dat de soort vaste slaapplaatsen heeft - het ganse jaar door - en vaak ook vaste fourageergebieden. De soort is zowel een solist als een ploegspe- ler. Hij slaapt alleen maar ook in groep, zoekt alleen voedsel (je vijver met goudvissen bvb) maar soms ook in groep (bij wakken in het ijs bvb). Het ganse jaar door zijn er dergelijke slaap- en voedselvluchten, zowel van onvol wassen als adulte vogels. Ook binnen broedkolonies vinden zulke bewe gingen plaats, dan vooral van niet- Tekening: Gilbert van Avermaet Uit: Het Groot Eiland Centraal, Steltkluut, 1977 geslachtsrijpe en ongepaarde vogels die vaak ook binnen een broedkolonie circuleren. (Cramp Simmons 1977). In Drenthe bijvoor beeld reiken die voedselvluchten tot 10 km van de kolonie (Stichting Werkgroep Avifauna van Drenthe 1982). Maar ik twijfel er niet aan dat er zelfs nog verder gevlogen wordt. Op slaapplaatsen in Drenthe treft men 1-10 vo gels aan, tot max 75. De blauwe reiger heeft een zeer lange broed- periode en er kunnen begin juli nog eieren gelegd worden. Tot in september kunnen we dus nog geconfronteerd worden met jongen die pas nu beginnen rondzwerven. Het over grote deel wordt vroeger geboren en zwerft al rond tussen half mei en half juli (Stichting Avi fauna van Friesland 1976). Toch zijn vele rondzwervers/trekkers in augustus ver moedelijk onvolwassen vogels. Jonge vogels zouden vroeger wegtrekken en meer trek-en zwerfgedrag vertonen dan oude re vogels. Die laatsten proberen vaak te over winteren in eigen streken rond de broedkolo nie. De vogels uit kolonies ten noorden van Nederland blijken trouwens ook niet allemaal weg te trekken. Noorse vogels overwinteren ook voor een flink deel in Noorwegen en in Groot-Brittannië. Toch zijn Noorse eerstejaars vogels in augustus al aangetroffen in Dene marken en Groot- Brittannië (Bakken et al.2003). De Zweedse blauwe reigers vind je in augustus-oktober vooral terug in Zuid- Zweden, Denemar ken, Nederland, Bel gië, Frankrijk en Spanje. In augustus zitten er al heel wat in Denemarken dus begint de trek al i^uuï vroeg (Fransson Pettersson 2001). Deense vogels trek ken naar Duitsland, Nederland en Frankrijk. Vermoedelijk overwinteren bij hen vogels uit Rus- 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 18