w A\ ging van de eerste cel, de larven voor de me zen toch wat makkelijker bereikbaar zouden moeten zijn. Naar de reden hiervoor kunnen we slechts gissen. Herkennen de dieren de ondiep liggende nestjes niet als zodanig? Het nest van de veldwespen hing op een voor de regen beschutte plaats onder een plank. Veldwespen behoren net als de algemene (huis, tuin en keuken) limonadewespen tot de sociale wespen, die met een groepje een nest bouwen en bewonen. In tegenstelling tot de limonadewespen zijn de nestjes erg klein en hebben ze geen buitenwand. Daarom is bij deze soorten de bevoorrading en groei van de larven prachtig te volgen. Het nestje werd daarom bijna dagelijks geïnspecteerd. Het groeide in de zomer van 2005 voorspoedig. Op het moment dat net de eerste mannetjes zouden uitsluipen, bleek tijdens een ochtend inspectie het nestje plotseling verlaten. Een paartje koolmezen fladderde er opgewonden omheen. Het nestje was compleet verwoest en geplunderd. Nu zijn de grote veldwespen zeker niet weerloos. Er bleven altijd een aan tal werksters op het nest waken. Als je het nestje naderde, namen de dieren een dreig- houding aan. Hoog op de poten, vleugels uit geklapt en sprieten vooruit. Je deinst dan au tomatisch wat achteruit. Aannemelijk is dat ook vogels niet zomaar even die wespen zou den aanvallen. Bij koude nachten zijn de wes pen echter kwetsbaar. Om een beetje warm te blijven sliepen de dieren dan vaak met zijn allen bij elkaar, achter (i.p.v. op) het nest. 's Morgens vroeg moeten de wespen altijd even een tijdje in de zon opwarmen, voor ze actief worden. De aanval van de mezen hebben we niet gezien, maar waarschijnlijk is dat die 's morgens vroeg werd uitgevoerd. De volwas sen wespen hebben we daarna nooit meer teruggezien. Zijn ze weggevlucht (al vliegend, of door zich te laten vallen) of zijn ze zelf ook door de mezen verorberd? Ook de in de grond nestelende bijen blijken niet geheel veilig voor vraat door vogels. Bij vrienden in Vogelwaarde is een grote nestplek met grasbijen in een tuin aanwezig. Op een oppervlakte van enkele vierkante meters zit- Foto: Luciën Cal Ie ten wel een kleine duizend nestholletjes, 's Zomers is er nooit predatie door vogels waar genomen. Maar in februari jongstleden be zocht een groene specht plotseling de nestheuvel. Met zijn snavel ploegde het dier een flink deel van de bodem om, tot wel zo'n 12 cm diepte. Daarbij maakte hij polsdikke gaten, om bij de bijen te geraken. De bijen hadden dan het popstadium net achter zich gelaten. En hoewel ze dus volwassen zijn en zouden kunnen steken, doen ze dat niet om dat ze bij de lage wintertemperaturen zich niet kunnen verweren. Opmerkelijk is dat de specht alleen op vrijwel onbegroeide plekken toesloeg. De tussen het gas gelegen nestjes liet het beest met rust. Mogelijk biedt de dich te wortelmat van het gras de bijen een extra bescherming. Hoe groot de schade aan de grasbijen populatie precies is, is slechts te schatten. We vermoeden hier maximaal 20 procent. En omdat de groene specht de status van Rode lijstsoort verworven heeft, is het voor ons zelf ook allemaal wat makkelijker te verteren. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 16