4 L3 L.D Bij 23 nesten vond waarschijnlijk predatie plaats in de 1e en 2e week van april, na dat het nest verlaten was door verstoring. Bij 1 nest kon redelijk zeker predatie door zwarte kraai worden vastgesteld voordat het nest werd verlaten en voordat mense lijke verstoring had plaatsgevonden. Bij 10 nesten kon niet zeker worden vastge steld of verstoring en predatie had plaats gevonden of dat het legsel succesvol was omdat de nesten leeg waren, het aantal vastgestelde (niet verstoorde) territoria levert soms een beperkt aantal vliegvlugge jongen op. In de westelijke Ooypolder (1997) slechts 36% op een totaal aantal van 176 territoria .Hierbij van uitgaande dat in alle territoria ganzen tot broeden zijn overgegaan, vroege kolonie-broeders brengen verhou dingsgewijs meer succesvolle broedsels voort. Een uitkomstsucces van 58% van de eieren in de Ooypolder (1998) wat vergelijkbaar was met eerdere jaren, de overlevingskans van ganzen in de Ooypolder (1999-2002) in de periode tot vliegvlug slechts 40% bedroeg. In de 40 dagen daarna bleek de overlevingskans te stijgen tot 87% (W. Damhuis). Het is bovendien niet onmogelijk ,dat sommige ganzen na een eerdere versto ring aan een vervolglegsel beginnen. de oppervlakte aan geschikt opgroeihabi- tat (kort grasland) in relatie tot het aantal ganzen dat hiervan gebruik maakt, van invloed is op het overlevingssucces van jonge gansjes (W. Damhuis). Over schade aan gewassen en verstoring de aanwezigheid van bepaalde voedsel rijke gewassen op de akkers van land bouwers in de buurt van ganzengebieden de kansen op enige schade aanzienlijk kan vergroten, maar mogelijk bovendien tot grotere legsels kunnen leiden. Eierenschudders kunnen andere kreek bewoners zoals bruine kiekendief versto ren. Bovendien ontstaan looppaadjes in het riet, die handig gebruikt kunnen wor den door natuurlijke predatoren, wat extra verstoring tot gevolg kan hebben voor alle kreekbewoners. de afgeloste "kanonschoten vlakbij de kreek" desastreus zijn voor de meer kriti sche kreekbewoners zoals vele soorten eenden, steltlopers, zangvogels en roof- Geschatte territoria grauwe ganzen op basis van waargenomen gedrag 19 9 7 19 9 99 2000 2001 2 O O 2 2003 20O4 2005 Ja ren

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 14