If 'ft waaronder stoppelvelden, bietenakkers, hei develden, kaalkappen en bosaanplant." De mediane data - de datum waarop de helft van de getelde vogels is gepasseerd - liggen in Bloemendaal, Arnhem en Zuid-Limburg net na half oktober. De vogels die hier doortrek ken zijn vaak Duitse, Deense en Zweedse vogels. Ze vliegen door naar Frankrijk en Spanje. Finse vogels worden vooral terugge vonden in Noord-ltalië en (voormalig) Joego slavië (Zink 1987, Blümel 1995). Telpost 502 Aantallen Telpost 502 laat enkele opvallende schomme lingen zien zowel in het aantal getelde vogels als in de waarnemingsfrekwentie (figuur 1). Het verschil in het aantal getelde vogels kan met een faktor 5 verschillen. In waarnemings frequentie kan het verschil een faktor drie zijn. Dergelijke verschillen zijn niet ongewoon. We vinden ze landelijk terug (Lensink 2002). Maar ook bijvoorbeeld op de befaamde telpost Ran- decker Maar in het zuiden van Duitsland. Die jaarlijkse verschillen wijdt Gatter (2000) aan factoren als broedsucces, klimaatomstandig heden tijdens de broedperiode en zicht-, wind en weersomstandigheden tijdens de trek. Zo als we hierboven al schetsten spelen de weersomstandigheden inderdaad een niet te verwaarlozen factor bij het trektellen van deze soort. Verloop over het seizoen In figuur 2 hebben wij alle maandtotalen per decade over de 19 telseizoenen bij elkaar 100-1 90- 80- 70- 60- 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 Figuur 1 Jaarlijks aantal getelde exemplaren (grijs) en jaarlijks aantal dagen met waarne mingen (zwart) 19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 19