GRAUWE GANZEN ALS BROEDVOGEL BIJ DE VLAAMSE KREEK Van rode lijst-soort naar vogel op de zwarte lijst? Een onderzoek naar de populatie-dynamiek van grauwe ganzen Door: Huub Bun Omdat ik nu een tiental jaren aan de Vlaamse Kreek broedvogels inventariseer, leek het me goed te schrijven hoe de ganzen-populatie bij de Vlaamse Kreek zich de afgelopen periode heeft ontwikkeld. De Vlaamse Kreek is onderdeel van een oud krekenstelsel in de buurt van Zandberg in de gemeente Hulst. Het natuurgebied is onder deel van de ecologische hoofdstructuur en in beheer bij Staatsbosbeheer en is zo'n 25 hec tare groot. De aanwezigheid van grauwe ganzen aan de Vlaamse Kreek dateert van na 1979. Er is een verdwaalde waarneming van 15 exemplaren op 6 oktober 1957 (Maebe, Van der Vloet) In 1979 werden in de maand november en de cember resp.12 en 52 ganzen op de kreek- weide gesignaleerd. In 1981 waren op 11 en 12 mei 4 grauwe ganzen aanwezig en er zijn ook enkele winterwaarnemingen van 1981- 1982. 1996 Het duurt het tot 1996 voor er waarnemingen zijn tijdens het broedseizoen die ook direct tot broedresultaten leiden. De grauwe gans is dan nog een soort die bescherming geniet en zelfs op de rode-lijst voorkomt. Op 26 april 1996 waren er 14 grauwe ganzen aanwezig en zag ik in een slootje 3 jonge grauwe gans jes zwemmen. De moeder was nergens te bekennen. Op 6 maart 1997 waren er 51 grauwe ganzen aanwezig, waarvan 1 paar duidelijk territoriaal gedrag vertoonde. De vogels alarmeerden en vlogen pas heel laat op uit het riet. Op 27 maart vond ik een nest, op 8 april twee nesten en 22 vogels. Boven dien was een van de nesten al verstoord. Op 13 juni werden 3 adulte vogels met minimaal 12 juvenielen waargenomen. Op doortrek in oktober en ook in de winter worden in 1996 soms tot 250 exemplaren waargenomen op bouwland. Sinds dan is het voorkomen van de grauwe gans een successtory. De aantal len nemen sterk toe. Dat niet ie dereen daar zo gelukkig mee is, blijkt al snel uit gevonden lege hulzen van een jachtgeweer mid den in het natuurgebied. Om de ganzen te verjagen wordt ook gebruik gemaakt van vlaggen, poppen, al of niet mechanisch en "bonenkanonnen", die soms op korte afstand van de kreek staan. Aanvankelijk lijken de ganzen er door te worden verjaagd, maar al spoedig zijn ze niet meer onder de indruk. Ze vliegen slechts een klein eind verder om daar te gaan fourageren. Ze zijn dan meer geïnteresseerd in het sappige, 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 10