Vlaanderen officieel enkel bekend van de
wallen van Hulst. Inmiddels zijn er wat waar
nemingen bijgekomen, maar de versprei-
dingskaart is nog steeds opvallend leeg. Dat
geldt overigens voor grote delen van Neder
land en niet alleen voor deze ene soort. Bij de
discussie om de grote clausilia op de Rode
Lijst te plaatsen is naar voren gekomen dat de
soort algemener is dan de geregistreerde
meldingen weergeven, waarmee de plaatsing
niet doorging. Als slakkenraper zie je meteen
al een nuttige taak. De werkgroep heeft die
dan ook voortvarend opgepakt. We kunnen in
Zeeland inmiddels al meerdere stippen op de
verspreidingskaart zetten!
Populierenbosje en rietoever
Na de eerste succesvolle locatie gaan we
verderop langs de dijk kijken in een bosje en
een aangrenzende rietoever. Dat is nog
steeds in hetzelfde kilometerhok. Het bosje
toont een relatief schrale ondergroei met (niet
nader bekeken) grassoorten, dauwbraam en
opvallend veel brede wespenorchis. In de
bosrand staat ook vrij veel grote ratelaar, die
al flink zaad strooit. Bij wat gepeuter in het
gras is de bodem makkelijk vrij te maken.
Het is hier puur zand, merkt Jaap op. Dat
verklaart misschien de wat schrale onder
groei. Het blijkt geen slakkenbos te zijn, we
zien er zelfs geen enkele.
De poging om dan maar in het aangren
zende waterriet wat slakken te vissen is
ook al vergeefse moeite. Er komen wat
verweerde dingen boven water van soorten
die we al eerder zagen, samen met relatief
schoon zand. Hier komen we ook veel
brakwater- en/of mariene soorten tegen.
Allemaal oud materiaal uit lang vervlogen
tijden, waaronder brakwaterkokkel en
strandgaper. Jaap doet zijn uiterste best
om met het visnetje langs de buitenrand
van de rietzone nog enig levend of vers
materiaal te bemachtigen. Het resultaat
blijft negatief.
Ine en Sandra zijn veel gelukkiger, want
die hebben de slakken inmiddels verlaten
en amuseren zich met sprinkhanen en li
bellen. We worden gewezen op een man
netje van de oeverlibel, die qua kleur hele-
Karhuizer slakFoto Kartuizers: Grote kartuizerslak, door Roelof Bijl, Middelburg
(opgenomen in het veld bij Veere)