4 ■f. Augustus September Oktober November 1-10 11-20 21-31 1-10 11-20 21-30 1-10 11-20 21-31 1-10 11-20 21-30 1 1 1 7 4 7 7 2 2 Figuur 2 aantal per decade geregistreerde Merels Met enig voorbehoud - vanwege het gering aantal waarnemingen - vangt de hoofdtrekpe riode aan in de tweede decade van septem ber en duurt tot in de eerste decade van no vember. De toptrekperiode duurt van de laats te decade van september tot de laatste deca de van oktober. Verloop over de vroege ochtend doen, zijn afkomstig uit Fenno-Scandinavië, Noordwest-Rusland, de Baltische staten en Noord-Duitsland. De meeste trekken door naar het Iberisch schiereiland, enkele maken de oversteek naar Engeland (Lensink 2002). De najaarstrek, veel grotere aantallen omvat tend dan de voorjaarstrek, zet eind september Kwartier 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Aantal (n=32) 14 7 2 1 3 1 3 1 0 0 Figuur 3 aantal geregistreerde vogels per tel kwartier Meer dan 70% van de vogels passeerde al vóór zonsopgang. Vrijwel alle vogels zijn eerst op geluid ontdekt. Dat heeft zeker te maken met de ongunstige lichtgesteldheid (vóór zonsopgang) maar vaak ging het om vogels die ergens tussen het ge was zich even lieten horen. Het gaat vrijwel zeker om vogels die in voorgaande uren zijn geland om de dag door te brengen onder de kool-, aardappel- en bietenplanten. Anderen hoorde ik boven mij en dit betreft vrijwel zeker het staartje van de nachttrek. Slechts negenmaal kon een richting geno teerd worden. Opmerkelijk was een "groep" van 4 op 21 oktober 1995 Oostnoordoost vliegend een kwartier voor zonsopgang. ZANGLIJSTER Algemeen Onze Zanglijsters zijn deels stand- deels trek vogel. Ze trekken zowel in de nacht als over dag (Lensink 1996). Zanglijsters die tijdens de trek Nederland aan- in en houdt aan tot eind oktober. De piek valt gewoonlijk begin oktober, met de mediane doortrekdatum in Arnhem (n=8544) en Zuid- Limburg (n=6239) op 6 oktober en bij Bloe- mendaal (n=3183) op 9 oktober (Bijlsma et al.2001). Lensink (2002) nuanceert dit "Vanaf eind september neemt de doortrekintensiteit toe om reeds in de eerste week van oktober de top te bereiken. Eind oktober is de trek bijna voorbij; late trekkers worden vooral langs de kust opgemerkt. In vergelijking met andere soorten trekt de Zanglijster binnen een korte periode door. In afzonderlijke jaren duurt de trek vaak minder dan drie weken. Ook hier treedt weer langs de kust sterke stu wing op. T.o.v. het binnenland kan dat ver schil minimaal een factor 3 tot 4 verschillen (Lensink 2002). Enkele dagrecords aan de kust zijn De Nolle (Vlissingen) met 31.416 ex op 30 september 2003, Westkapelle (Walcheren) met 18.780 ex op 4 oktober 2005 en De Bloedberg bij Monster aan de Noord- 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2006 | | pagina 21