Heesterslak, een algemene soort in de Plasschaert Foto: Harry Raad het invallende blad, nog aangevuld met het zware kroosdek, maken de leefomstandighe den minder optimaal. In dit milieu zal de gerin ge beschikbaarheid van zuurstof ook een pro bleem kunnen zijn voor de kieuwslakken en tweekleppigen.Voor aanvullend onderzoek thuis wordt een monster met bodemmateriaal verzameld. Ondertussen probeer ik wanhopig droge voe ten te houden op een van de rabatten en stort me (figuurlijk) op de landslakken. Rondom de elzenstoven is het wat hoger en moet het luk ken wat te vinden. Een dicht dek van fijn lad dermos op de knoestige wortels van de elzen- stoven zorgt voor fraaie microbiotopen. Slechts een enkel slakje laat zich zien, het is de vochtminnende donkere glimslak. Vanon der het mosdek komen bij enig graafwerk huisjes van heesterslak en tuinslak tevoor schijn. Die huisjes zijn deels leeg en ver weerd, maar er zijn ook levende dieren die in winterrust zijn gegaan. De opening van die huisjes is gesloten met een dik vlies. De lage re delen rondom de stoven zijn ijl begroeid met een grote zeggesoort, lijkend op oever- zegge. Met een stuk plastic op de grond heb ik de zeggeplanten uitgeschud om leuke mi- nislakjes te scoren, maar daarover later meer. Die kleine slakjes kan je ook met het blote oog zoeken, wat veel tijd kost. Die methode heeft op dat moment niet mijn voorkeur van wege de kans op natte voeten. Het verzame len op plastic levert zo op het oog alleen een ongelooflijke hoeveelheid spinnen op, die ongewild meegaan in de verzamelpot. Gemengd loofbos Jaap is aanvullend inventarisatiewerk gaan doen in het gemengde loofbos. Hij komt na enige tijd met weer heel andere slakken aan zetten, waaronder de naaktslakken egelslak, bruine wegslak en kleine akkerslak. Het bos- strooisel is duidelijk arm aan grotere, makke lijk zichtbare soorten. De gevonden naaktslak ken zijn ook aan de kleine kant, veelal onvol groeid. De bosrand met ruigte van brandnetel kan misschien nog wat opleveren. De struik- laag bevat daar veel hazelaar (ingeplant?) en ook wat vlier. Op een dergelijke plek gaan we vervolgens wat strooisel zeven voor onder zoek thuis. In de toplaag met vers gevallen bladeren kruipen wat glanzende agaathorens rond. Deze slak heeft een slank horentje van ongeveer 5 x 2,5 mm. Als een volwassen ho rentje niet breder is dan 2,4 mm is er onzeker heid over de juiste determinatie, het kan dan om de middelste agaathoren gaan. Enige zekerheid daarover krijg je alleen als je grote aantallen verzamelt en een goed beeld hebt van de afmetingen in de populatie. De naam

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2007 | | pagina 14