IP 4 z Figuur 3 Jaarlijks aantal getelde Duinpiepers vertrouwd met trekkende Duinpiepers en zijn er mogelijks een aantal gemist. Twee jaren - 1997 en 2001 - waren uitschieters maar der gelijke jaarlijkse fluctuaties zijn niet ongewoon (Lensink 2002). Alles samen zijn 85 vogels waargenomen. Er zijn verschillende dagen met meerdere vogels zoals 5 vogels op 17 september 1990, 3 op 11 oktober 1996, 6 op 10 en 4 op 16 oktober 1997 en 3 op 7 okto ber 2000. Absolute topper was 13 oktober 2001 met 12 vogels! Verloop over het seizoen De vroegste datum ligt bij 1 augustus, waarna er pas in september wat trek wordt gezien. De piek in de eerste decade van oktober is on miskenbaar (figuur 4) en loopt zelfs nog een decade door. Er liggen zelfs vijf waarnemin gen in november voor met als laatste 9 no vember. Het verloop over het seizoen verschilt grondig met wat in de literatuur wordt vermeld. Op de telpost ligt de mediaan in de eerste decade van oktober, ook eksklusief de oktoberwaar- nemingen in 1997 en 2001want elk jaar zijn er waarnemingen in oktober gedaan. Een verklaring voor deze piek in oktober valt niet te geven, al sluit dit beeld nog iets of wat aan bij het trekpatroon langs de kust. Figuur 4 Aantal Duinpiepers per decade alle seizoenen gesommeerd Groepsgrootte De Duinpieper is een solist maar groepjes zijn niet onbekend. Op de telpost zijn er vijf waar nemingen van meer dan twee vogels samen (figuur 5). Vooral een groep van twaalf trek kende Duinpiepers moet een hoge uitzonde ring zijn voor onze streken. Datum Aan tal Kwar tier Vliegri chting 17.09.1990 5 10 W 06.10.1997 6 6 wzw 16.10.1997 3 10 WNW 07.10.2000 3 7 13.10.2001 12 9 zw Figuur 5 data, aantal, kwartier en richting van vijf passerende groepjes Du in pieper 20 oktobe r 5 O augustus 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2007 | | pagina 20