Op trek met Franklin Piepers, deel 2 Franklin L.L. TOMBEUR De vier soorten die we in deze tweede bijdra ge behandelen zijn geen jaarlijkse passanten. In z'n algemeenheid zijn het soorten - zeker als ze niet roepen - waarvan de herkenning behoorlijk lastig is. Ze gelijken op mekaar qua formaat en het feit dat de waarnemingsduur zich tot een paar tientallen sekonden of min der beperkt, maakt dat je het met het vlieg- beeld moet doen. Dat krijg je pas in de vin gers als je ze vaak ziet en dat is nu juist niet het geval Dat wil noch min noch meer zeggen dat je af en toe onbekende 'piepers' moet laten passe ren en dat er ook wel eens fout zal gedetermi neerd zijn. Dat is vrijwel zeker het geval voor het soortenkoppel Rotspieper/Waterpieper. Komt daar nog bij dat deze beide soorten vooral laat in het seizoen passeren en de weersomstandigheden het dan vaak laten afweten mist, regen, donkere dagen zodat je ook geen kleuren ziet, als dat al zou mogelijk zijn bij deze "grijze muizen". Gelukkig passe ren er veel Graspiepers en valt een afwijkend roepende Graspieper op. Het verschil tussen een roepende Waterpieper en Rotspieper is minimaal maar herkenbaar, maar niet onmis kenbaar. Bij twijfel niks noteren is dan de boodschap. Over zwijgzame piepers heb ik me helemaal de hersens niet gebro- 3 ken. 2,5 ROODKEELPIEPER 2 Algemeen De Roodkeelpieper (Anthus cervinus) 1 >5 broedt van noord Scandinavië tot de 1 Beringstraat (Alström Mild 2003). Om te overwinteren trekt de soort naar Afrika °>5 ten zuiden van de Sahara en Zuidoost 0 Azië. Van een prestatie gesproken I In Nederland passeren Roodkeelpiepers tussen half september en half november. Door stuwing worden ze vooral waargenomen langs de kust en in het Waddengebied (Lensink 2002). De soort heeft een kenmer kende roep die de determinatie vergemakke lijkt. Volgens Bijlsma et al.2001 passeren ze tussen half september en half oktober met een piek eind september-begin oktober. De dagrecords zijn bescheiden Brobbelbies bij Oss 3 vogels op 22 september 2000 en 3 op 1 oktober 2002; Hondsbossche 6 vogels op 27 september 2002 en 5 op 30 september 2002. Teloost 502 Aantallen Al in 1984 nam ik de eerste vogels waar (Tombeur 1987) en nadien kwamen er nog een aantal bij, wat bewijst dat ze ook hier pas seren. Er ligt één september, zes oktober- en één novemberwaarneming voor, met als uiter ste data 17 september en 9 november (figuur 1). Zesmaal ging het om één vogel en twee maal om twee vogels. Alle vogels zijn op de roep gedetermineerd. Figuur 1 Aantal waarnemingen van Rood keelpiepers per decade setem be r nove m be r 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2007 | | pagina 18