De eerste nestvondst in de Braakman was
pas van 1998 (Castelijns 1998). Nadien wer
den geen nesten meer gevonden, maar nog
wel een paar keer bijna vliegvlugge jongen
gezien. Door het vele werk aan dagroofvo
gels, komt het zoeken van nesten er niet van.
In het voorjaar van 2006 deed zich een bui
tenkansje voor: een broedgeval in een nest
kast in een particuliere tuin nabij Hulst. Op 28
april kon ik daar drie jongen ringen, die later
allemaal zijn uitgevlogen.
Bosuilen kunnen geduchte concurrenten van
Ransuilen zijn (Koning en Baeyens 1990). In
de Braakman is daar tot nu toe niet veel van
gebleken. Het aantal Ransuilparen schommelt
er sinds 1990 tussen vijf en twaalf en lijkt eer
der door het voedselaanbod dan door concur
rentie te worden bepaald. Zo werden in het
goede muizenjaar 2005 naast vijf Bosuilparen
twaalf Ransuilparen geteld.
Geraadpleegde literatuur
Buise M.A Tombeur F.L.L. Vogels tus
sen Zwin en Saeftinghe; De avifauna van
Zeeuws-Vlaanderen. Stichting Natuur- en
Recratie-informatie Middelburg.
Castelijns H. 1998. Broedgeval van de Bosuil
in het Braakmanbos. Steltkluut29 (6): 10-12.
Cramp S. 1985. Handbook of the Birds of
Europe, the Middle East and North Africa.
Oxford University Press.
Koning F.J. Baeyens G. 1990. Uilen in de
duinen. Stichting Uitgeverij KNNV en Ge
meente waterleidingen Amsterdam.
Vergeer J.W. Van Zuylen G. Broedvogels
van Zeeland. Stichting Uitgeverij KNNV.
Henk Castelijns, Marollenoord 10 4553 Philip
pine.
Drie jonge Bosuilen in een nestkast nabij Hulst (foto Henk Castelijns).