1 Vlaamse kreek zaterdag 20 mei 2006 Gasdam Saeftinghe Donderdag 8 juni 2006 Door Mare Buise 04:30-06:30 Net als toen opnieuw vroeg uit de veren om vooral de moeras- en rietvogels te kunnen horen. Tenminste dat was de opzet. Dat eer ste lukte vier mensen inclusief de excursielei der. De rest was wat minder. De weergoden waren ons niet echt gezind, het regende, een heel verschil met de tocht van toen. Maar aangezien enkele mensen van heide en ver waren gekomen om dit mee te mogen maken - een echtpaar uit de omgeving van Breda en nog iemand uit de binnenlanden van België (geen enkele Zeeuws-Vlaming nota bene!!) - begonnen we welgemoed met een wandeling langs de westelijke kreekoever. De bedoeling was een rondje te maken en al doende via de oostoever met zijn orchideeën terug te komen. Al spoedig bleek dat het optimisme niet mocht baten, de vogels hielden zich akelig stil. Blijk baar hadden ze een rustdag ingeschoren. Dan ga je maar wat vertellen over de kreek en de streek en over meer van die dingen die we niet te zien zouden krijgen. Want geen snor rende snorren, geen sprinkhaanrietzanger, geen waterral, slechts één blauwborst die zich heel even liet horen, het kon er ook maar net af en één rietgors. Enkele watersnippen vlo gen voor ons op toen we langs het wei- destrand liepen en in het donker konden we net een witte gedaante zien wegvliegen, een kleine zilverreiger. Nu vinden we dat heel ge woon maar 30 jaar geleden zou dat een abso lute topper zijn geweest. Tijden veranderen. Op het eind van de weide leek het ons beter zoetjesaan terug te keren. Het weer werd te bar. Zo dachten de koeien er ook over. Ge woonlijk tonen ze belangstelling voor elke bezoeker, soms zelfs tot vervelens toe, maar nu stonden ze lekker dicht bij elkaar met de kont in de regen. Even stil staan bij de steen- uilkast. Het was er muisstil. Het beestje zat waarschijnlijk te schuilen. Die kast hing er toen ook al en ook toen zaten er steenuilen in. Het was trouwens een van de weinige kasten waar ze toen belangstelling voor hadden. De andere oever hebben we gelaten voor wat het was. Door Mare Buise 19:00-23:00 Een wandeling tot aan het invallen van de schemering met zicht op het Verdronken Land van Saeftinghe en het Sieperdaschor. Het had zelfs in de krant gestaan. Desondanks kwam er geen kat op af. Daar stonden we dus al leen. Even heen en weer getuft tussen begin en eind van de Gasdam wantje weet maar nooit of er niet iemand aan de verkeerde kant staat te wachten. Niet dus. Dan maar alleen, wie weet is er nog een laatkomer. De tele scoop stond al gericht op de plassen van het Sieperdaschor. Die lagen er vorige keer nog niet. Toen stond er nog vlas en heette het Sieperdaschor nog Selenapolder. Nu dobber den er diverse krakeenden, wintertalingen en slobeenden rond. Het was druk met kluten, grutto's, tureluurs, groepjes kemphanen, ka- noetstrandlopers en enkele zwarte ruiters en groenpootruiters. Allemaal vlak voor ons neus vanuit de schuilhut. Na een kwartiertje was er nog niemand komen opdagen. Nu is er niks verkeerds aan een avondwandeling alleen. Je ziet en hoort meer. Op pad dus en op het ge mak tot aan het plateau gekuierd en toen in het donker terug. Vanaf de 2e heuvel was er gezelschap van enkele toch wel erg aanhan kelijke koeien. Alles was heel interessant. Niet alleen voor die koeien ook voor mij. Het liep niet echt storm met vogels maar toch wel een aantal leuke zaken. Een alarmerend stelletje strandpleviertjes was een leuke verrassing. Die zaten er vroeger ook maar dan wel op de Zanddam die evenwijdig met de Gasdam loopt. Wat kiekendieven cirkelenden nog wat rond boven het riet van het Sieperdaschor. Veldleeuweriken waren met hun laatste stro fen bezig voor het slapengaan en een snor 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2007 | | pagina 14