If
4
Pereboomsgat Koewacht
Zondag 20 augustus 2006.
begon pas goed op dreef te komen. Nogal wat
baardmannetjes en blauwborsten in het Sie-
perdaschor. Onvoorstelbaar bijna dat blauw
borsten in de jaren zeventig nog een zeld
zaamheid waren waarvoor een stukje werd
omgereden. Maar ik miste mijn kemphaantjes.
Die hadden toen nog een toernooiveldje nabij
de 2e heuvel. Urenlang liepen die zich druk te
maken om in de gunst te komen van de da
mes, die dit quasi ongeinteresseerd over zich
heen lieten gaan. Een paar kneutertjes zaten
nog wat te kneuten in het licht van de onder
gaande zon. En toen werd het donker en
daalde een stilte neer, alleen verstoord door
een enkele zenuwachtige tureluur. Een ransuil
kwam even poolshoogte nemen toen de kijk-
hut weer in zicht kwam. En zo kwam er ook
aan deze wandeling een eind.
Door: Luud Persijn
Zondagochtend 9.00 uur, slechts één externe
deelnemer komt opdagen op dit (te?) vroege
uur voor een zondagochtend.
Het weer is prima voor een excursie, droog en
weinig wind.
Met z'n drieën (de deelnemer plus dochter
ondergetekende plus ondergetekende) zijn we
op pad gegaan. We hebben de wandeling
aangepast aan de interesse van de bezoeker,
die vooral uitgaat naar de beleving van het
landschap en onbetreden paden. We wande
len langs de noordkant van het Pereboomsgat
(PBG), het is zeer rustig op het water, een stel
wilde eenden en een enkele fuut, op het land
springt een haas voor onze voeten weg. We
constateren dat jagers enkele honderden
kilo's tarwe op de oever en gedeeltelijk in het
water hebben gestort om wilde eenden te
lokken om ze later gemakkelijker te kunnen
schieten.
Op de dijk aan het PBG heb je een uitstekend
zicht op het water van het PBG waar het zoals
eerder genoemd zeer rustig is. Op de dijk zelf
groeit o.a. de wilde kaardebol en de katten-
doorn, of is het toch kruipend stalkruid
We wandelen terug via de ruilverkavelings-
bossen welke hier zo'n 30 jaar geleden zijn
aangeplant, in dit bos groeien nu ook al va
rens en diverse paddestoelen zodat het al wat
meer op een echt bos begint te lijken. Cul
tuurhistorisch en voor de natuur interessanter
zijn de aanwezige moerasbosjes met aan
grenzende weitjes met knotwilgen, op de ou
de elzenstronken in het moerasbos groeien
uitzonderlijk vele soorten paddestoelen, de
matkopmees en de steenuil zijn hier vaste
broedvogels. Tijdens de boswandeling heb
ben we niet veel vogels gezien, genoteerd zijn
de buizerd en de zwarte kraai. Aan vlinders
zagen we onderweg bruine zandoogjes, klei
ne witjes en een landkaartje, bij een van de
drinkputten liet een bloedrode heidelibel zich
bewonderen.
Zo kwamen weer bij ons uitgangspunt waar
we nog even naar enkele 10 tallen trechtertjes
van de mierenleeuwlarve gekeken hebben.
Door de kleine groep konden we de ongeveer
2 uur durende wandeling afsluiten en nabe
spreken bij een kopje koffie.
13