A Een nieuweling Door: George Sponselee Langs het pad tussen de garage en het dui venhok, aan de rand van wat wij het wildhoek- je plegen te noemen, het stukje tuin waar al les zijn gang mag gaan, staan enkele rode bessenstruiken. Daar zitten altijd lieveheers beestjes op. Lieveheersbeestjes in verschil lende uitvoeringen. Op de bladeren zitten ook geregeld larven en poppen en het lijkt wel of het er dit voorjaar veel meer zijn dan andere jaren. Nu zag ik een dezer dagen, eind mei 2007, er ook kevertjes tussen zitten die ik niet ken. Pikzwart met op de dekschilden enkele vlek ken, bij de meeste geel, van flets- tot felgeel, maar ook andere waarvan de vlekken, die wel dezelfde vorm hadden als bij de gele, oranje gekleurd zijn. Op het borststuk zit aan elke zijkant ook een vlek, meestal wit, soms bleek geel. Ook op de kop zit een, meestal, witte stip. De beestjes zijn zes tot acht millimeter lang. In de mij ten dienste staande, helaas wel wat verouderde literatuur, zie ik deze soort - want ik ga ervan uit dat het een aparte soort is- niet vermeld. "Kijk op internet" zal menig een zeggen, ik wend me liever tot de Stelt- kluut om te vragen wie mij iets meer over dit - voor mij- nieuwe lieverheersbeestje kan ver tellen. George Sponselee, Hulst 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2007 | | pagina 20