ZWARTE ROODSTAART (Phoenicurus
ochruros)
Algemeen
De Zwarte Roodstaart broedt o.m. in West-,
Centraal- en Zuid Europa. Overwinteren doen
ze rond de Middellandse Zee (Harrison 1982).
In een steenwoestijn als Gent, Antwerpen en
andere grote centra zijn er jaarlijks vele tien
tallen zangposten territoria). Toch merken
veel bewoners van de stedelijke omgeving
deze soort nauwelijks op hoewel ze er bij wij
ze van spreken met hun neus opzitten.
Hoewel overwegend een nachttrekker wordt
deze soort ook overdag trekkend waargeno
men en is als dusdanig ook herkenbaar aan
de vlucht. De echte najaarstrek zou op de
overgang van september en oktober plaats
vinden. De meeste waarnemingen gebeuren
in de eerste daglichturen (Lensink 2002a).
Toch is het aantal waarnemingen op de Ne
derlandse telposten aan de lage kant. Enkele
telposten springen er uitOelemars
(dagrecord 3 vogels op 28 september 2002),
Hondsbossche (dagrecord 3 vogels op 16
oktober 2005) en Westkapelle (dagrecord 5
vogels op 28 oktober 2004). Ondanks de vele
duizenden teluren zijn op deze drie telposten
respectievelijk slechts 46, 11 en 18 vogels
getotaliseerd.
dinavië en deze trek vindt plaats van begin
augustus tot ver in oktober, met de meeste
waarnemingen begin september. Langs de
kust treedt enige stuwing op (Lensink 2002b).
Een identiek beeld is voor Zeeuws-
Vlaanderen beschreven door Buise Tom-
beur (1988). Hoewel een nachttrekker worden
vaak tientallen vogels bij elkaar overdag ge
zien tijdens de periode van de najaarstrek.
Lensink (202b) vermeldt nog dat "In het najaar
Is de soort vooral in de vroege ochtend gezien
en zijn vooral verplaatsingen richting WZW
vastgesteld.
Telpost 502
Aantallen
Alles samen zijn 27 vogels waargenomen
verspreid over 11 van de 19 seizoenen. In
hoeverre er een samenhang bestaat met
geschikt foerageerbiotoop zoals hierboven
vermeld is niet bekend. Alle vogels zijn waar
genomen op het ogenblik dat ze op de toppen
van akker(on)kruiden zitten of van daaruit
vliegende insekten proberen te vangen. Ook
wanneer ze roepen trekken ze de aandacht
van de waarnemer. Enkele malen zaten er tot
drie vogels bij elkaar. Slechts éénmaal zeker
een mannetje, 13 vrouwtjes of onvolwassen
en de rest is onbekend.
Telpost 502
25 september 1994 een vrouwtje in het vierde
kwartier (een half uur na zonsopgang dus).
"Opeens geland tussen de pattatten" staat er
op mijn veldformulier. Ze hoeven niet steeds
op huizen en fabrieken te zitten, maar zo
maar in het open bouwland dat is toch uitzon
derlijk. Het is dan ook bij dit ene geval geble
ven.
PAAPJE (Saxicola rubetra)
Algemeen
Het Paapje is een broedvogel van een groot
deel van Europa en ten oosten daarvan. Ze
overwinteren ten zuiden van de Sahara en in
de Sahel (Harrison 1982). Als broedvogel is
de soort in Nederland op z'n retour (van Dijk
2002, van Dijk et al. 2007). Is in Zeeuws-
Vlaanderen als broedvogel verdwenen (van
Dijk et al.2007).
De meeste najaarspassanten komen uit Scan-
S1 8"
ro ra ra w <r>
Figuur 1 aantal waargenomen Paapjes per
decade
24