1
Verloop over het seizoen
Vermits de soort geen broedvogel is in de
streek zijn dit allemaal trekkers van elders.
Een piekje eind augustus past in het landelijk
beeld. Geen enkele waarneming in oktober en
dat ondanks de aanwezigheid van bieten met
geschikte uitkijkposten.
Verloop over de vroege ochtend
Opvallend dat op twee na alle waarnemingen
zich situeren nadat de zon reeds een uurtje
op is. Ook dit past in het landelijk beeld. Heeft
het wat te maken met de aktiviteit van insek-
ten?
123456789 10
Figuur 2 aantal Paapjes per kwartier
ROODBORSTTAPUIT (Saxicola torquata)
Algemeen
De fraaie Roodborsttapuit is broedvogel van
West-, Zuid- en Zuidoost Europa en grote
delen van centraal Azië. Ten noorden van
Nederland ontbreekt de soort. Overwinteren
doen ze vooral in het Middellandse Zeege
bied. Een aantal brengt hier de winter door.
Doortrek - vermoedelijk vooral wegtrek van
eigen broedvogels - vindt plaats van half sep
tember tot half november met een piek eind
september-half oktober (Bijlsma et al.2001
In juli en augustus worden rondzwervende
Roodborsttapuiten aangetroffen tot op geringe
afstand van de territoria. Ook zijn vogels aan
wezig op plaatsen waar niet werd gebroed.
Door- en wegtrek vindt plaats vanaf eind au
gustus tot medio oktober maar vooral in sep
tember schrijven Buise Tombeur (1988).
Telpost 502
De waarnemingen op de telpost liggen vrij
merkwaardig geclusterd.
Uit de eerste helft van augustus liggen er 3
gevallen voor
2 augustus 1998 1 vogel in het eerste kwar
tier, geslacht niet genoteerd
8 augustus 1992 1 vogel in het eerste kwar
tier, geslacht niet genoteerd
13 augustus 1999 1 vogel in het zevende
kwartier, enkel gehoord
Eind augustus, met name 30 augustus 2003
is er een waarneming van 3 onvolwassen
vogels bij elkaar in het vierde kwartier, en
voor september hebben we
15 september 1992 1 mannetje in het achtste
kwartier
17 september 1990 1 mannetje en 2 vrouw
tjes bij elkaar in het zesde kwartier zich ZZW
verplaatsend
26 september 1992 1 vogel in het vijfde kwar
tier, geslacht niet genoteerd
30 september 1992 1 vogel in het eerste
kwartier, geslacht niet genoteerd
De waarnemingen uit de eerste helft van au
gustus kunnen betrekking hebben op wat Bui-
se Tombeur (1988) reeds beschreven;
plaatselijke zwervers. Immers in de hele Ca-
nisvlietbinnen- en buitenpolder en de Beoos
ten Blijpolders ten noorden en noordoosten
van de telpost doen zich voor zover mij be
kend geen broedgevallen voor.
Opvallend is wel dat de broedterritoria van de
Roodborsttapuit zich vooral situeren ten wes
ten van het Kanaal Gent - Terneuzen en dan
verder, in het oosten, langs de grens-
kant/dekzand (Zuiddorpe-Overslag-Koewacht-
Heikant- Kapellebrug-Hulst) en hier en daar
nog wel eentje in de open kleipolders.
In feite ontbreekt de soort vrijwel tussen Ter-
neuzen - Westdorpe - Hulst en Ossenisse.
Het gaat bijna om een witte vlek in het
Zeeuwsvlaamse verspreidingsgebied. Het is
ook precies dat deel dat in het verleden groot
schalige (landschappelijke) veranderingen
heeft ondergaan. In hoeverre de bezetting van
dit lege gebied zich sinds begin de jaren ne
gentig heeft verdergezet zoals Castelijns
25