wat opvetten en pas daarna op trek naar het zoals de Zwarte Ooievaar die 'waterinsecten',
overwinteringsgebied gaan. visjes en amfibieën eet.
Ook het gegeven dat een vogel teruggaat
naar een eerder gebied is niet nieuw. Vogel-
ingers en kleurringaflezers zien geregeld
vogels in opeenvolgende jaren in een bepaald
gebied terug. Dit terwijl de vogels daar niet
broeden of overwinteren. Ze hebben kennelijk
ijdens de trek een bepaald gebied leren ken
nen en dat in hun geheugen opgeslagen.
Voor vogels is zoiets van levensbelang. Om
naar de overwinteringsgebieden te kunnen
vliegen hebben ze namelijk brandstof nodig,
en die is niet zomaar op elke willekeurige
plaats te krijgen. Ze kunnen daarvoor alleen
maar in gebieden terecht waar voor die be
paalde vogelsoort geschikt voedsel valt te
halen. Het is niet moeilijk voor te stellen dat
zaad- of besetende vogels zoals vinken,
spreeuwen en lijsters het in dat opzicht ge
makkelijker hebben dan een voedselspecialist
Tijdens het broedseizoen leven Zwarte Ooie
vaars teruggetrokken in natte bosgebieden.
Dit in tegenstelling met Witte Ooievaars die
dan juist de menselijke omgeving opzoeken.
Na een afwezigheid van een eeuw heeft de
soort zo'n 25 jaar geleden de Belgische en
Franse Ardennen als broedgebied herontdekt.
Inmiddels broeden er weer enkele tientallen
paren. Buiten het broedseizoen zoeken Zwar
te Ooievaars vooral voedsel in open terrein.
De laatste jaren neemt in Nederland na het
broedseizoen het aantal waarnemingen toe.
Houdt het een met het ander verband? De
toekomst zal het mogelijk leren, mits natuurlijk
het kleurringen van Zwarte Ooievaars wordt
voortgezet!
Henk Castelijns, Marollenoord 10, 4553 CP
Philippine. E-mail: castelijns@zeelandnet.nl.
Foto 3: Zwarte Ooievaar met kleurring CF93 nabij de Raamsloop tussen Lage Mierde en
Hulsel op 13 augustus 2007. Foto Kees van Limpt.