50% van de vogels passeert (vanaf 25% tot 75%) begint in de eerste pentade van oktober (1°- 5°) en eindigt in de vierde pentade van oktober (16°- 20°). Dat is een periode van amper 15 dagen. De mediane datum van 9 oktober ligt bijna tegen het begin van de toptrekperiode aange plakt wat betekent dat de trek opeens steil de hoogte inschiet alsof een dijk doorbeekt en "massa's" Witte Kwikkken doorlaat. Na de mediane datum gaat het een stuk minder hard. De lange hoofdtrekperiode gekoppeld aan een korte toptrekperiode (verhouding 1.5/10) wijkt sterk af van wat Lensink (1996) hieromtrent schrijft met een verhouding van 1/2) op de telposten Arnhem en Dieren. Mo gelijks geldt onze vaststelling enkel voor de vogels die in de vroege ochtend trekken. Voor de aardigheid nog even melden dat naast de vele dagen zonder Witte Kwikken er drie topdagen waren nl., 1 en 4 oktober 1985 met elk 34 ex. en 13 oktober 1990 met 42 exemplaren. Herkenning Herkenning van doortrekkende Witte Kwikken levert geen problemen op. Ze roepen konstant en kondigen hun doortocht dus al van ver aan. Ook de typische jojo-vlucht die de indruk geeft dat vliegen heel wat inspanning vraagt, is typisch. Samengevat Met dit kort overzicht is zeker niet alles ge zegd over de najaarstrek van de Witte Kwik op de telpost. Op trekrichting en verloop over de ochtend kunnen we helaas niet dieper in gaan. Het is zeker aangewezen om ook na de vroege ochtend nog te gaan trektellen. augustus september oktober november Figuur 2 Gesommeerde maandtotaien van de Witte Kwikstaart 1984- 2005 (dikke lijn) en de waarnemingsinspanning in uren (dunne lijn) Figuur 3 Aantal passerende Witte Kwikken per gesommeeerde pentade 1984-2005. Op de x-as bestaat augustus-november telkens uit 6 pentades met aanduiding van de eerste dag waarop de pentade begint (1 augustus, 6 augustus, 11 augustus, etc) 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2007 | | pagina 20