*9
4
gele kwikstaart
Algemeen
Ook de Gele Kwikstaart (Motacilla flava) is
een broedvogel van gans Eurazië tot aan
Alaska Behalve enkele zuidelijke populaties
trekken alle Euraziatische Gele Kwikken naar
Centraal -Oost - en Zuid Afrika (Moreau
1972).
De Gele Kwikstaart is een soort van het bui
tengebied, vooral akkers en grasland. In Ne
derland gaat de soort achteruit vaak tengevol
ge van gewijzigde bedrijfsvoering, maar er zijn
sterke regionale verschillen (van 't Hoff 2002,
van Dijk et al.2007). Hoe het in Zeeland staat
is mij onbekend.
'De najaarstrek begint rond 20 augustus en
eindigt een maand later. De hoofdmoot pas
seert in de laatste week van augustus en eer
ste week van september ...De laatste vogels
kunnen ver in oktober passeren ...De meeste
trek vindt plaats in de eerste vier uur na zons
opkomst" (Witkamp 2002). Eenzelfde beeld
schetst ook Bijlsma et al. (2001
Teloost 502
Aantallen
Ook bij de Gele Kwikstaart lopen de aantallen
reeds jaren terug (figuur 4). De verschillen
tussen de jaren kunnen behoorlijk oplopen
zoals te zien is in figuur 1Mogelijks zijn er
dan vooral hoogvliegende vogels gemist. Al
les samen gaat het om 1830 vogels. Dag
maxima zijn niet onaardig met o.m. 41 vogels
op 20 september 1991 en 37 vogels op 11
september 1992.
Verloop over het seizoen
Ongetwijfeld is de trek al bezig wanneer in
augustus de tellingen aanvatten. Waarschijn
lijk gaat het dan nog om dispersie van jonge
vogels. Dat de hoofdtrekperiode dus meer
dan twee maand duurt klopt met de literatuur.
De toptrekperiode duurt ruim 4 weken, van
de derde decade in augustus tot de derde
decade in september. Dan is ruim 75% van de
vogels gepasseerd. Een heel ander beeld dus
dan bij de Witte Kwikstaart. Eind september,
250
200
150
100
50
0
"^7
X
4» a* t? oi» 4? cP A1» J? A' VV 4» J
V» t"- V» V» -l?
Figuur 4 Jaarlijks aantal getelde Gele Kwikken (dikke lijn) en trend
(dunne lijn)
augustus augustus augustus septem ber septem ber septem ber
Figuur 5 Aantal passerende Gele Kwikken per gesommeerde deca
de 1984-2005
19