die dag op enkele honderden meter hoogte zeer hoge windsnelheden gemeten. Een verband? Op 24 augustus 2004 - bijna exakt twintig jaar later - identieke situatie Nog voor aanvang van de telling om 06:14 bij ZW-wind vliegt er uit de berm een Velduil op. Gesloten wolkendek. Halsbandparkiet Met dank aan Mare Buise voor het verstrekken van de broedgegevens Is de waarneming van een overvliegende Halsbandparkiet (Psittacula krameri) een (echte) uit schieter? Deze soort hoort thuis in Afrika en Azië maar is geliefd bij kooi- en volièrehouders. Van wege haar luidruchtigheid wordt ze vaak na een tijdje weer vrij gelaten. Ze slagen er in mekaar te vinden en vormen grote groepen in de stadsparken van de Randstad waar bijna de ganse Neder landse populatie leeft (Keijl 2001). Het is een soort die hier bij ons op de mens is aangewezen en de winters doorkomt dankzij bijvoederen. Dat het om flinke groepen kan gaan bewijst de vermel ding van een slaapplaats in Brussel van ca 4500 vogels in de zomer van 2001 (Weiserbs et al. 2003). En dan verder hier en daar nog enkele vogels, soms een kleine populatie die meestal na een aantal jaren verdwijnt. Waarom weet ik niet. Heeft het lage broedsukses er iets mee te maken? Wat er gebeurt met vogels die op andere plaatsen worden vrij gelaten of ontsnappen is mij niet bekend maar een vraag die toch wel een antwoord behoeft. Waarom lijken ze het enkel in de randstad goed te doen en niet in andere grote agglomeraties als Utrecht, Arnhem, Nijmegen, Eindhoven en Groningen, Een recent overzicht vond ik niet want de soort is vreemd genoeg niet opgenomen in het laatste broedvogeloverzicht uit 2005, en tenslotte is ze niet zo talrijk (Van Dijk et al.2007). In Zeeland is de soort een zeldzaamheid lees ik op www.waarneming.nl. Willems (2003) vermeldt voor Zeeland voor de periode 1998-2000 1 paar en voor Nederland 220 paar. In Zeeuws-Vlaanderen waren er in de jaren 70, 80 en 90 van de vorige eeuw broedgevallen in o.m. Hulst, Terneuzen, Vogelwaarde en Groede (Vergeer et al. 1994). Recenter waren er twee broedgevallen in Hulst (Glacisweg) in 1996, 1 in het Axels Bos in 1997, waarschijnlijk 1 in Hulst in 2001, 1 in Terneuzen (kinderboerderij) in 2002, 1 in Hulst (ravelijn) in 2004, 3 in Terneuzen in 2005 en 1 in Heikant in 2006. Bij de inventarisatie van Terneuzen in 2007 staat de soort niet ver meld (Wieland 2007). Ik vermoed dat we momenteel niet beschikken over een kompleet beeld voor Zeeuws Vlaanderen. Mijn waarneming van 1 roepende overvliegende vogel op 3 september 1997 kan dus best een vogel uit het Axels Bos geweest zijn. Dat is een afstand van ongeveer 8 km. Nog een toemaatje. De Latijnse naam "krameri" is een eerbetuiging aan het natuuronderzoek van de Oostenrijkse dokter Wilhelm Heinrich Kramer. Hij werkte in Wenen en overleed in 1765. Zijn geboortedatum is onbekend en hij werd mogelijks geboren in Dresden. Zijn naam werd toege voegd door de Italiaan Giovanni Antonio Scopoli (1723-1788) die de eerste beschrijving maakte van de Halsbandparkiet Psittacus krameri in 1769 (Mearns 1988). Referenties (boeken, artikels, geluidsdragers) Berg B.;1929; Mijn vriend uit Lapland De Morinelplevier; geautoriseerde vertaling van Rinke Tolman; Leopold's Uitgeversmaatschappij, 's-Gravenhage (oorspronkelijke titel "Min van fjallpiparen" Bijlsma R.G., Hustings F. C.J.Camphuysen;2001Algemene en schaarse vogels van Eu ropa (Avifauna van Nederland 2); GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht Buise M.A. F.L.L.Tombeur;1988; Vogels tussen Zwin en Saeftinghe: De avifauna van Zeeuws-Vlaanderen; Stichting Natuur- en Recreatieinformatie, Middelburg Hagemeijer E.J.M. M.J.Blair 'Eds.); 1997;The EBCC Atlas of European Breeding Birds: Their distribution and Abundance; T A D Poyser, London

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2008 | | pagina 19