datum was 1 augustus, de laatste 12 oktober.
Uit figuur 1 mag blijken dat inderdaad na half
september nog nauwelijks een kans bestaat
op een passerende Groenpootruiter in de
vroege ochtend.
5
4
3
augustus augustus september oktober oktober
Figuur 1: Aantal Groenpootruiters per decade in de periode 1984-2005
WITGATJE
Algemeen
Het Witgatje Tringa ochropusis een broed-
vogel van moerasbossen in Skandinavië en
vanaf centraal-Europa over Azië tot aan de
Stille Oceaan (Voous 1960. Deze vooral aan
zoet water gebonden soort overwintert vooral
ten zuiden van de Sahara. De najaarstrek
vindt hoofdzakelijk van begin juli tot in sep
tember plaats. De soort is echter tot ver in
december te zien vermoedelijk trekken de
meeste vogels 's nachts (Witkamp 2002). De
najaarstrek is grotendeels een binnenlandse
aangelegenheid.
Telpost 502
Slechts in 1985, 1994 en 1999 werd het Wit
gatje niet genoteerd. Het ging om nooit meer
dan 3 vogels per seizoen, m.u.v. 1984 (16
vogels) en 1997 (7 vogels). Alles samen 47
vogels (Fig. 2volgende pagina).
Het jaar 1984 zorgt voor een vals beeld, als
zouden er 2 piekjes zijn, augustus en novem
ber. Bekijken we echter het aantal waarne
mingen dan zijn van de 33 dagen met Wit-
gatjes er 1/3 in de maanden oktober-
november en 2/3 in augustus-september. Van
deze laatste ligt 3A tussen 1 en 20 augustus
(Fig. 2). Dat is een beetje conform het landelij
ke beeld.
November 1984 leverde in een periode van
10 dagen 11 vogels op, o.m. 7 vogels op de
11°. Er was toen zeker geen vorst in het land.
De vraag is maar in hoeverre het hier om dub
beltellingen van steeds hetzelfde (of een paar
vogels) ging. Een nabijgelegen poldersloot
met slikkerige randjes werd vaak benut als
foerageerplek.