4 SMELLEKEN Algemeen Het Smelleken Falco columbarius) met onzij dig bepaald lidwoord is broedvogel van Noord-Europa, de Britse Eilanden, Ijsland, Siberië en Noord-Amerika (Grossman 1964). Overwinteren doen ze in meer gematigde streken ten zuiden van hun broedgebieden (Harrison 1982). Na de eerste meldingen in augustus begint de echte najaarstrek in de tweede helft van sep tember, om eind november te eindigen. Ne derland wordt vooral aangedaan door Scandi navische vogels (Lensink 2002). Trekkers worden gezien vanaf half augustus, met een hoogtepunt eind september en de eerste twee decaden van oktober. Eind oktober neemt de trekintensiteit snel af. In het najaar treedt stu wing op langs de gehele Nederlandse kustlijn (Hustings van Winden 1995). Hoewel trek kers de gehele daglichtperiode benutten pas seert bij Arnhem minder dan de helft van de doortrekkers voor het middaguur (Lensink 1996). De dagrecords zijn bescheiden met 13 vogels op 3 oktober 2004 op Loozerheide en 16 vo gels op 11 oktober 2006 op Zweefvliegveld Maidens Vlak (Nijmegen). Enkele seizoensto talen Loozerheide 56 ex in 2008 en 61 in 2005, Zuidveld/Sellingen (Gr.) 53 in 2005, Brobbelbies-Noord bij Oss (NB.) 58 in 2008. Telpost 502 Aantallen Het Smelleken is geen jaarlijkse doortrekker en ontbrak in 1984, 1997, 2003 en 2005. Alles samen zijn 38 vogels gezien (figuur 3). Het aantal geziene vogels op seizoen is zeer laag en slechts tweemaal ging het om twee vogels tijdens één telling. Of het golfpatroon de reali teit weergeeft is mij niet bekend. Verloop over het seizoen Seizoensverloop op de telpost vertoont over eenkomsten met het landelijk beeld, alleen valt een piek ruim een decade later (figuur 4). Heeft dit te maken met de zuidelijke ligging van de telpost? 4 3 2 1 - ~i 1 i '"i i '"ii i i ~i '"i '*i '*i '"i 1984 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 Figuur 3 jaarlijks aantal waargenomen Smellekens 28

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2009 | | pagina 30