Bijna alle soorten, met uitzondering van de
metaalvlinder, waren in lagere aantallen dan
2007 present. Ook de vijf-vlek-sint-jansvlinder
was op de bekende vliegplaatsen in lage aan
tallen present. Bij de sluizen van Terneuzen
en de rotonde van Sluiskil telden we 4 jaar
geleden nog honderden trifoli's, nu resp. 9 en
1 vlindertje. Gelukkig vonden we aan de oost
zijde van het kanaal nabij Westdorpe nog een
goede populatie met ca 140 vlinders en in de
Schommeling bij St Jansteen ontdekte Eddy
Taelman een nieuwe vliegplaats met maxi
maal 20 vlinders.
In het najaar van 2007 werden er weer rupsen
van de koninginnenpage gevonden of aange
boden. De rupsenopvang leverde in mei/juni
12 koninginnenpages op. In de loop van het
jaar werden slechts 29 vlinders genoteerd.
Toch verzamelden wij in de maanden augus
tus en september 39 rupsen, wat resulteerde
in 21 poppen. Bij derden werden nog eens 69
rupsen genoteerd. Het relatief grote aantal
rupsen zou erop kunnen duiden dat de konin
ginnenpage toch talrijker heeft gevlogen dan
dat het aantal waargenomen vlinders zou
doen vermoeden.
Als bijzondere waarneming noteerden wij een
kleine ijsvogel(vlinder) die in Terneuzen ge
zien werd gezien door mevr. A. Neve.
heidewortelboorder (foto A. Baayens)
wederikdwergspanner(foto J de Bakker)
In het waterwingebied te Clinge werden de
heidewortelboorder (nieuw voor Zeeland) en
de wederikdwergspanner (laatste waarneming
in Zeeland in 1959) gezien. Hier werden ook
12 nesten van de eikenprocessierups door
een bestrijdingsbedrijf opgeruimd.
De meeste algemene standvlinders volgen
de dalende trend. Gelukkig was het, op de
linie te Hulst en in de waterwingebieden van
Evides, een goed jaar voor de eikenpage en
het bruin zandoogje en van de kleine vuurvlin
der telden we in de waterwingebieden van
Evides in de 3e week van september 285 vlin
ders. De gehakkelde aurelia was vooral in het
najaar op rottend fruit beter present dan in
2007.
Ook veel trekvlindersoorten waren in zeer
kleine aantallen present, zoals de kolibrievlin
der (30 waarnemingen), getekende gamma-uil
(27), distelvlinder (90), oranje luzernevlinder
(2), windepijlstaart (2) en de doodshoofdvlin
der^). De atalanta (1008) en de gamma-uil
(677) werd nog het meest gezien. Er waren
geen waarnemingen of meldingen van de gele
luzernevlinder en van andere zeldzame trek-
vlinders.
2008 gaat bij onze werkgroep de boeken in
als een slecht jaar voor de dag- en trekvlin-
ders. Vooral de eerste helft van het jaar wer
den er weinig dagvlinders (dv) gezien. In het
tweede halfjaar was er een licht herstel in
enkele natuurgebieden. De resultaten van het