soms donkerder tot bijna zwart. Deze spin is net zoals de huisspin Tegenaria ferrugineaniet erg aaibaar, en wordt zelfs groter dan 2,5 centimeter tegenover de maximale 1,7 cm van de huisspin. In de wereld der geleedpotigen(dieren met een uitwendig skelet) is de gerande oever- spin met 2,5 cm(zijn poten met meegerekend!) de grootste spin van Europa. Hij is sterk en heel goed in het doden van zijn prooi. Razendsnel jaagt hij achter prooien aan op het land, op het water en zelfs onder water. Ook bij gevaar duikt hij onmiddellijk onder, zodat het heel moeilijk is om hem te vangen. Omdat hij zo handig en snel is, krijgt hij elke prooi die hij hebben wil te pakken. De meeste tweevleugelige insecten op en rond het water zijn niet veilig voor deze achtpoti- ge spin, zelfs de grote glazenmakerlibel, zelf ook een killer, niet. De gerande oeverspin wordt vaak langs het water aangetroffen, en komt vaak voor langs water waarin krabbenscheer groeit. Alle oeverspinnen kunnen namelijk in het wa ter duiken en er een tijdje schuilen, maar ook wordt onder water gejaagd op kleine die ren als kikkervisjes, insecten en kleine visjes. Verschillende spinnen Liefhebbers en natuurfotografen hebben de spin al eens met veel gespetter boven water zien komen met een visje in zijn kaken! Deze soort spin kijkt langs de waterkant tot er iets bovenkomt om adem te halen, of kan zelfs over het water lopen om drijvende, in het water gevallen insecten te pakken. Er wordt lucht vastgehouden door de kleine haartjes op het achterlijf, zodat de spin kan ademen onder water, dit geeft een zilverachtige glans aan het achterlijf. Het grootste deel echter zit de spin zonnend op bladeren op de kant. Er wordt geen web gemaakt, maar langslopende of zwemmende prooidieren worden gegrepen en ter plekke leeggezogen. Er kan wel spindraad worden gemaakt, maar en kel voor de eieren, die in een eicocon gesponnen worden. Omdat een vrouwtje tot wel 600 eitjes kan leggen, is deze ronde cocon erg groot en kan niet op de rug meegedra gen worden; het vrouwtje moet de bal wekenlang meezeulen en zich verstoppen. Maar als het vrouwtje geen zin heeft om te paren vreet ze gewoon het mannetje op, hihihi... Als de jongen uitkomen, vormen ze een grote bal spinnetjes en blijven zo de eerste dagen zitten tot ze verveld zijn. Bij verstoring lost de bal op en rennen de kleine spinne tjes, alle kanten uit maar komen al snel weer bij elkaar. Na een tijdje verlaten zij het nest en laten zich aan een draad wegzwe ven. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2009 | | pagina 17