Slakkeninventarisatie 'rondom' Busstation Westerschelde- tunnelTerneuzen. Door: Harry Raad Slakkenwerkgroep KNNV Afd. Bevelanden, rapport nr. 82, d.d. 28-5-2009 Op 26-5-2009 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden Busstation Wester- scheldetunnel e.o. ten westen van Terneuzen (km-hok 45-372). Het slakkenwerk werd ver richt door Jaap Woets en ondergetekende. De locatie Het inventarisatiewerk vond plaats rondom het nieuwe busstation aan de westzijde van de sluizen van Terneuzen. Dat is niet een uitgelezen plek om naar slakjes te zoeken, maar wèl goed bereikbaar met openbaar ver voer. De historie van deze locatie laat mis schien de glorie van de vooruitgang zien, voor de liefhebber van oude cultuurlandschappen is het een drama. M.H. Wilderom toont daar van het verloop in een van zijn prachtige pol- derboeken (1973): de polder Vlooswijk uit 1608 ging in drie stappen ten onder als gevolg van de kanaalwerken in 1827, 1900 en 1961/'68. Bij het genoemde busstation rest aan de westzijde nog een (afgegraven?) stuk achter een dijk; nu een rietmoeras met een watergang en een plas. Ten noorden van het busstation ligt een brede zeedijk langs de West buitenhaven, met op de kruin een strook hoog struweel laag bos met meidoorn en Spaanse aak. Over de lengte van deze beplanting liggen twee graspaden ter ontsluiting. Die beplantingsstroken zijn ook ter hoogte van de schutsluis en, zuidelijker, langs het kanaal te vinden. Aldaar liggen ze omzoomd door brede stroken gras. Het gebied is verder intensief ontsloten voor het verkeer van/naar Terneuzen en het indu striegebied aan de Braakmanhaven. Met de vele vergravingen is het originele bo demprofiel verloren gegaan. De bodemkaart uit 1980 geeft over dit gebied geen informatie, behalve de aanduiding 'water', voor wat we nu als moerasgebied herkennen. Aangenomen mag worden dat de vergraven stukken met locaal materiaal zijn aangelegd, dus kalkrijke zeeklei van meer of minder zware typen en ook kalkhoudend zand. Het voorgaande laat een landschap zien met een chaotische opbouw: een polder maakte grotendeels plaats voor veel natte en droge infrastructuur. Voor slakken is dat niet zo be langrijk, als de primaire levensbehoeften maar verzekerd zijn. Dat blijkt het geval in die paar snippers aangelegde natuur. Bos Beide slakkenrapers waren met de bus vanuit Goes gekomen. De keuze van de te bezoe ken plekken bestond uit de aangelegde bos- stroken langs het kanaal, het rietmoeras met open water, en het brakke Kanaal Terneuzen Gent. We besloten eerst bij de zeedijk aan de buitenhaven te gaan kijken. Misschien dat daar een grasslak uit de begroeiing was te plukken. De buitenzijde van de dijk bleek pas vernieuwd, het jonge gras zou nog niet veel slakken bevatten. Wij zagen ze niet, wat mis schien voor een deel ook aan de slechte weersomstandigheden te wijten was. Het in tensief zoeken werd daardoor flink getem perd. De brede kruin van de dijk had aan de buitenzijde een verhoogde strook - een dijkje op de dijk - en aan de binnenzijde de brede bosstrook met ontsluitingspaden. Van zuid naar noord is de situatie aldus: eerst is er een asfaltpad, dat leidt naar een gemaal op de dijk; vanaf dit gemaal lopen er twee parallelle paden naar een open ruimte met grasland. Wij waren inmiddels bij het gemaal gekomen en gingen noordwaarts door het bos over het rechter pad. Daar kropen de eerste naaktslak- »Lees verder op pagina 17 12

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2009 | | pagina 14