Twee apen zitten in een dierentuin. Zegt de ene tegen de andere: -""Zielig hé, al die mensen achtet- de tralies."" Waarom zijn vissen zo slim/ Omdat ze in scholen zwemmen. Poet het pijn als je van je paard valt/ Helemaal niet. Het wordt pas vervelend als je de grond raakt! Welk dier kan hoger springen dan de Eiffeltoren/ Elk dier, want de Eiffeltoren kan niet springen. Twee leeuwen lopen over de Grote Markt in Brussel. Zegt de ene tegen de andere: Wat kunnen ze toch overdrijven! Ze zeggen dat het hier altijd zo druk is, maar ik zie geen mens! Twee olifanten zitten in bootje. Zegt de ene tegen de andere: Er zit allemaal water in de boot."" Zegt de andere:' !k haal wel even een boor, dan kan bet weglopen! Twee slangen glijden door de woestijn. Zegt de ene: ""Weet jij of wij giftig zijn/"" "Hoezo/" vraagt de andere. Zegt de eerste: ""Ik beet net op mijn tong."" Er zitten twee vampiervleermuizen in een boom. Zegt de ene: Ik heb zin in bloed. Zegt de andere: "Ga dan bloed halen bij de mensen." Pe vleermuis vliegt weg en komt twee minuten later alweer terug met een bek vol bloed. Zegt de andere: "Zo, jij bent snel!" "Ja, ik zag die lantaarnpaal niet staan!" www.kinderlines.nl

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2009 | | pagina 19