Slakkeninventarisatie Kleinvogel e.o., Kuitaart.
Door: Harry Raad
Slakkenwerkgroep KNNV Afd. Bevelanden, rapport nr. 84, d.d. 5-7-2009)
Op 21-6-2009 bezocht de Slakkenwerkgroep
KNNV-Afd. Bevelanden de Kleinvogel bij
Kuitaart (km-hok 60-373Dit gebied kent
een aardige variatie in milieutypen, wat ons
verleidde hier een mogelijk succesvolle tocht
te houden. Het slakkenwerk werd verricht
door Jaap Woets en ondergetekende.
De locatie
De Kleinvogel of Kleine Vogel is een water
aan de zuidzijde van het dorp Kuitaart in de
Oost-Vogelpolder. Het vormt historisch ge
zien een eenheid met de westelijk daarvan
gelegen Grootvogel in de West-Vogelpolder.
Het geheel ontstond bij de (her)afdamming
van de kreek de Vogel in 1615. Dat water liep
in oost-west richting tussen twee middel
eeuwse poldergebieden (Beijersbergen
Berrevoets, 2003). Op de locatie kruist deze
afgedamde kreek een brede kreekrug uit een
verder verleden. Het dorp Kuitaart ligt op die
kreekrug, en ook het noordelijk daarvan gele
gen Kloosterzande. Op een globale bodem-
kaart is het gebied rond de Kleinvogel als
'kleigrond' aangegeven (Mooij, 1986). Die
zeeklei zal beslist niet van een zwaar type
zijn. Met deze beperkte gegevens kost het
verder niet veel moeite hier een kalkrijke
bodem te veronderstellen.
In de genoemde kreekrug is zoet grondwater
aanwezig tot op zeker 5 m -N.A.P. Voor de
Grootvogel zijn 'brakke natuurwaarden' aan
gegeven (DMW, 1993). Het water van de
Grootvogel en de Kleinvogel is aaneenge
schakeld in de hoofdwatergang van het afwa-
teringsgebied Campen; de natuurwaarden van
de laatste zullen dus niet anders zijn.
Bij elkaar levert dat op het land een goed
slakkenmilieu, in het water zou het brakke
karakter voor beperkingen kunnen zorgen.
Op stap
Het team van slakkenrapers, in dit geval een
duo, begon het slakkenwerk bij de brug van
de Hulsterweg/N289 aan de westzijde van de
Kleinvogel. In de wegberm werd meteen al
een goede vondst gedaan, de grote clausilia
was met meerdere exemplaren te vinden bij
de stamvoet van een knotwilg. Met weinig
moeite werden daar ook behaarde slak, glan
zende agaathoren en boerenknoopje gevon
den, enkel lege huisjes. Ik heb er met moeite
wat grond geschept, waarin bij nader onder
zoek thuis een levend duintolletje bleek te
zitten. Het is een minislakje dat niet zo heel
lang geleden voor het eerst in Nederland is
waargenomen, eerst in duinmoerassen en-
later ook gewoon in tuinen. Er werd een zui
delijke herkomst aan toegeschreven.
Noordelijk langs de Kleinvogel volgden we
een pad naar een visstek. Aan het begin was
een bestrating, die deels overgroeid was met
gras en kruiden. Het pad werd weinig ge
bruikt. In de droge vegetatie aan de zijkant
lagen heel wat lege slakkenhuisjes, zodat een
zoektocht naar verser materiaal geboden was.
De huisjes waren deels vers, vermoedelijk
waren ze door aanhoudende droogte of door
sterke instraling van de zon omgekomen.
Naast enkele eerder genoemde soorten, wer
den hier mostonnetje, geribde jachthorenslak,
scheve jachthorenslak, dwerg-korfslak, grote
kartuizerslak, ammonshorentje, dwergpuntje,
doorschijnende glansslak, bruine blinkslak en
langwerpige barnsteenslak verzameld. Er
bleek toch ook levend materiaal tussen te
zitten, dat kwam ik pas te weten bij het uit
zoeken van een strooiselmonster. Het waren
de droogte verdragende soorten. Jaap keek