Vogeltrek Als het in de herfst koud wordt trekken veel vogels weg. Ze gaan naar het Zuiden. Daar is het warmer en daar is genoeg te eten. Zwaluwen, ganzen en kieviten doen dat en nog veel meer soorten vogels. Voor vertrek zoeken ze elkaar op. Ze blijven dan nog een tijdje in grote groepen in ons land. Ze moeten erg ver vliegen en dat kost veel energie. Daarom eten ze voor vertrek hun buikje zo rond mogelijk. De reis naar het warmere land is lang en bar. De vogels moeten over zeeën en woestijnen, door bergen en oerwouden. Wat ons niet zou lukken lukt zo 'n kleine vogel wel. En dan moeten ze in de lente weer het hele stuk terug. Over dezelfde zeeën en woestijnen. Hier zie je een aantal vogels op het plaatje. Er is maar een vogel die in de herfst wegtrekt. Weet jij welke? spech

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2009 | | pagina 19