ST ?r CD ■S C/2 Op 21-7-2009 bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden de Meester van der Heijden-groeve, Nieuw-Namen. De kenners van weekdieren bezoeken deze groeve normaal gesproken om naar restanten van zeeschelpen en -slakken in geologische afzettingen te kijken, nu ging het om vertegenwoordigers uit de recente fauna. Het slakkenwerk werd verricht door Jaap Woets en Harry Raad. Met dank aan Peter Maas en Richard Bleijenberg. De locatie De groeve bestaat uit een forse sleuf, met aan de ene zijde een hoge groevewand en aan de andere zijde een strook gras. Het dorp Nieuw Namen ligt op een lage heuvel van ruim twee miljoen jaar oud. Het gaat over een restant van afzettingen uit de geologische periode het Plioceen. Dit pakket is door de zee afgezet, maar niet overal even kalkrijk. Er vond bovenin uitlog ing plaats en de opgeloste kalk is op enige diepte weer afgezet als harde brokken. Zo is ook het ijzer mobiel geworden en in de onder grond als harde, roestbruine lagen gecon centreerd. Op maaiveldniveau is rond de groeve een kalkarme, bruine zandgrond te vinden. De nu zichtbare groeve, ontstaan in 1948, was deel van een groter complex dat na afgraving heeft gediend als vuilstortplaats. Alleen de groevewand bleef vrij, maar het geologische aspect raakte wel in verval door gebrek aan onderhoud. Pas in 1983 is de groevewand weer blootgelegd en inge richt als geologisch monument. De geologie en de historische ontwikkeling maken duidelijk dat dit een aparte omgeving is voor slakken. Door het afgraven zijn kalkrijke bodemlagen ontsloten in een gebied waar de bovengrond was ontkalkt. Het grondwater zit op grotere diepte, toch is de bodem fris en vochtig. Het milieu is gevarieerd. Groevewand De groevewand wordt in regenrijke perio den misschien door slakken bezocht, maar nu was er weinig te zien. Daarom werd ver der gezocht op de vochtige plekken van de groevebodem, vooral op plekken waar wandmateriaal en blad was gevallen. Daar werden grote clausilia's (vaak dood) en gro te glansslakken uit het zand geplukt. Foto: Peter Maas - Grote Clausilia's Het verzamelde zand en strooisel van de groevebodem bevatte verder wat slanke agaathorens en veelal lege jachthorenslak ken. De bredere glanzende agaathorens werden ook gevonden, maar dat waren slechts twee verweerde huisjes, dus geen aanwijzing voor een vitale, actuele popula tie. Op de groevebodem is een put te vinden met een peilschaal voor het meten van de grondwaterstand. De wand van de put bleek een schuilplek van naaktslakken: ge vlekte akkerslak, kleine akkerslak en grote wegslak. Bij de trap in de groeve lag een vers, leeg huis van de segrijnslak. Van echte kalkliefhebbers was hier niet echt sprake: slechts een leeg huisje van de grote kartuizerslak en een jong huisje van een duinslak. J Foto: Peter Maas - Grote kartuizerslak

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2010 | | pagina 18