Stekkertje is een Zeeuwse naam voor de Torenvalk. Leefgebied Torenvalken zoeken vooral biddend naar voedsel. Om te kunnen bidden is wind nodig. Omdat het in open gebieden meer waait dan in gesloten gebieden leven torenvalken vooral in open gebieden. Als het niet waait jagen torenvalken ook vanaf een uitkijkpost, bijvoorbeeld een boom of lantaarnpaal. Torenvalken zoeken naar voedsel op plaatsen met korte begroeiing, zoals dijken, akkerranden, weilanden, slootkanten en wegbermen. In de nazomer zodra de oogst van het veld is wordt ook boven akkers gejaagd.Torenvalken bouwen zelf geen nest. Zowat 60% van de Zeeuwse torenvalken broedt in nestkasten, de rest maakt gebruik van wildnesten of broedt in een nis van een gebouw of een boomholte. Wildnesten zijn oude nesten, meestal van een zwarte kraai of een buizerd. Voedsel Torenvalken zijn echte muizeneters. In Zee land staan vooral aard- en veldmuis op het menu. Tijdens het broedseizoen vullen Zeeuwse Torenvalken het menu aan met jonge vogels. Vooral jonge spreeuwen maar ook jonge huismussen, merels en zanglijsters zijn de klos. Voortplanting Vanaf eind februari vindt de paarvorming plaats en wordt het broedgebied oftewel het territorium afgebakend. Het overgrote deel van de Zeeuwse torenvalken legt de eieren in de periode vanaf de tweede week van april tot in de eerste week van mei. Er wordt om de andere dag een ei gelegd. In slechte voedseljaren bestaat een volledig legsel uit 3-5 eieren en in goede voedseljaren uit 4-6 eieren. De broedduur bedraagt 31-35 dagen. Na 27-32 dagen vliegen de jongen uit. Verplaatsingen Torenvalken zijn het gehele jaar aanwezig. Na het uitvliegen blijven de jongen twee tot drie weken in de nabijheid van het nest rondhangen. Ze krijgen dan nog voedsel toegestopt. Na die tijd moeten ze het zelf uitzoeken. Indien de voedselsituatie het maar enigszins toelaat, blijven de mannetjes in het broedgebied achter. Dat doen ze om te voorkomen dat het territorium door een ander wordt ingenomen. In Nederland overwinteren behalve lokale broedvogels ook broedvogels uit Noordoost Europa. Beelden van de torenvalk in z'n nestkast zijn te zien op www.beleefdelente.nl. Kansen en bedreigingen Omdat torenvalken muizen eten en in boomgaarden door hun aanwezigheid het leven van spreeuwen minder aangenaam maken, heeft bijna niemand een hekel aan ze. De honderden speciaal voor deze soort geplaatste nestkasten in Zeeland zijn daar voor het beste bewijs. Bij nestkastcontroles blijkt telkens weer dat heel wat mensen veel plezier aan "hun" torenvalk beleven en er honderduit over kunnen vertellen. Het ophangen van nestkasten in gebieden met weidevogels wordt afgeraden. Nestkasten in boomgaarden, op woonerven en in akker- gebieden zijn geen bezwaar. Henk Castelijns en Jeroen Castelijns Voor de volledige versie zie www.roofvogelszeeland.nl.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2010 | | pagina 31