1 H c Op de watertoren Axel is in december 2004 een nestkast voor Slechtvalken geplaatst. De kast hangt op 55 m hoogte. Het eerste jaar was de kast bezet door een paar Toren valken (Falco tinnunculus), waarna tot en met de zomer van 2009 steeds Holen- duiven (Columba oenas) in de kast hebben gebroed. In de winter van 2003/04 werd voor het eerst opgemerkt dat door Slecht valken op de toren werd overwinterd. Dat is nadien zo gebleven, soms ging het om één exemplaar en soms om een paar. De vogels kwamen aan in het najaar en waren begin maart weer verdwenen. Op 11 juni 2009 werd een vrouwtje van één jaar oud op de toren waargenomen. Dat was vroeger in het jaar dan normaal. Op 21 augustus kreeg zij gezelschap van een man van twee jaar of ouder. Ze zijn beide de hele winter gebleven en hebben in het voorjaar van 2010 succesvol gebroed. In deze bijdrage beschrijven wij het gedrag van beide vogels vanaf de vestiging tot en met de eerste weken na het uitvliegen van de jongen en het voedsel in die periode. Methode De eerste auteur woont op 400 meter van de watertoren en kan staand in zijn tuin de vo gels observeren. Hij maakt daarbij vaak ge bruik van een telescoop. Regelmatig werden door hem aantekeningen gemaakt van het gedrag. Bovendien werden in de periode vanaf de vestiging (11 juni 2009) tot en met 5 juni 2010 42 keer prooiresten uit de goot (op 55 meter hoogte!) verzameld. Soms werden tussentijds prooiresten op de grond aan de voet van de watertoren opgeraapt. Deze zijn 'toegewezen' aan het dichtst bij gelegen gootbezoek. De prooiresten werden binnen enkele dagen gedetermineerd of zijn meteen na het verzamelen ingevroren om later te worden uitgezocht. De determinaties zijn uitgevoerd door de tweede auteur. Prooien die hij niet (met zekerheid) kende, werden op naam gebracht door Peter van Geneijgen of Kees Schreven. Toen op 5 februari 2010 tijdens het verzamelen van prooiresten het vrouwtje alarmeerde, is de bezoekfrequentie teruggebracht van eens per week naar eens per vier weken. Vanaf de tweede helft van mei, toen de jongen (bijna) vliegvlug waren, is de frequentie weer opgevoerd. De herkomt van de Postduiven (Columba livia) is achterhaald met behulp van de ring die elke Postduif, die aan wedvluchten mee doet, verplicht is te dragen. Op de ring staat

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2010 | | pagina 12