glans. Lambert Cox en Brenda Jasperse-De Haan leverden foto's bij dit artikel. Peter van Geneijgen en Rob Bijlsma voorzagen een eerdere versie van commentaar en Wannes Castelijns maakte figuur 2. Literatuur CBS. 1994. Ornithologisch Basisregister (elektronische publicatie),Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Voorburg. Cramp S. 1977-1994. Handbook of the birds of Europe, the Middle East and North Africa. Vol. I-IX. Oxford University Press, Oxford. Dekker D 2010. Over prooien en prooi resten.... DeTakkeling 18 (2): 156-158. Ende, G van den. 1999 -2008 in serie. Voedsel Slechtvalken in Zierikzee. http:// www.roofvogelszeeland.nl/Publicaties/ Losse-publicaties/View-category.html. Gaiser J.F Oortmerssen G.A. van, Sluis J. van der Waart L.W. van der Winkel A. 2002. Belgisch onderzoek bevestigt cijfers WOWD enquête. De werkgroep Weten schappelijk Onderzoek Welzijn Duiven van de NPO. http://www.npo.nl/achter- grond/bijdragen-van-de-wowd/rapporten- en-bestanden/publicaties-wowd Mellenberg J. 2009. Voedsel Slechtvalken in Zierikzee http://www.roofvogelszee- land.nl/Publicaties/Losse-publicaties/ View-category.html Ratcliffe D. 1993. The Peregrine Falcon. Second Edition. T AD Poyser London. Rockenbauch D. 1998. Der Wanderfalke in Deutschland und umliegenden Gebieten. Band 1Verbreitung, Bestand, Gefahrdung und Schutz. C. Hölzinger, Ludwigsburg Baden-Württemberg. kilometer rondom het nest (Rockenbauch 1998), maar grijpen kennelijk geen Postduiven binnen dat gebied. Postduivenhouders in de omgeving van de watertoren Axel hebben daarom niets van de Slechtvalken die er huizen te vrezen. Wij denken dat de Slecht valken (vrijwel) alleen verdwaalde duiven pakken (zie verderop). In 54 van de 81 gevallen ging het om een jonge Postduif, 18 duiven waren in hun tweede levensjaar en negen duiven waren twee jaar of ouder. Van de 54 jonge duiven waren er slechts tien afkomstig uit Neder land, twee uit Frankrijk en 44 uit België. Uit de wedvluchtschema's van 2010 van de Nederlandse Vereniging van Postduivenhouders (http://www.-inpo.nl/vluchten/co-oerdinaten) en de Koninklijke Belgische Duivenliefheb- bersbond (http://www.kbdb.be-i/index php? page=579) blijkt dat wedvluchten in 2010 uitsluitend plaatsvonden vanaf zuidelijk gelegen locaties. Door ons wordt aangenomen dat duiven afkomstig uit gebieden ten zuiden van de watertoren zijn verdwaald. Bij de volwassen Postduiven is wat betreft de her komst van de duiven het beeld juist andersom. Van de 37 exemplaren zijn er slechts vijf af komstig uit het gebied ten zuiden van de watertoren. Dit zouden duiven kunnen zijn die tijdens een wedvlucht zijn gegrepen. Dank Eddy Matthijs hielp met het ophangen van de kast en zorgde bij elk bezoek voor een vrolijke noot (soms letterlijk!). Peter van Geneijgen en Kees Schreven determineerden een aantal lastige prooiresten. Martin Mollet ringde de jongen. Hij deed dat in verband met zijn ringersexamen en slaagde met

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2010 | | pagina 17