Boerenzwaluw (Hirundo rustica)
(de zwaarden) naar beneden en springt de
'kiel'open. En dan gebeurt er iets grappigs.
De meeldraden en de stempel schieten
plotseling achter de hommel langs omhoog
en slaan met een klap tegen de rug. De
meeldraden bepoederen het harige lijf met
stuifmeel. Van de korte klap trekt de hommel
zich niets aan. Het gaat om de nectar in de
bloem en daar is hij druk mee bezig. Alleen
zware insecten kunnen ervoor zorgen dat
de stempel en meeldraden omhoog klappen.
De bloem blijft nu open. De restjes stuifmeel
zijn voor zweefvliegen, kevers en kleine
bijensoorten.
Een brem struik krijgt vruchten. De zaadjes
zitten in zwarte peultjes van 3 a 4 cm lang
en 1 cm breed. Wanneer ze rijp zijn, scheuren
ze open en worden de zaden rondgestrooid
over de grond. Er komen vooral mieren op af.
Op de zaadjes zit namelijk een vettig groei-
seltje en daar zijn ze verzot op. De mieren
versjouwen de zaadjes naar alle windrichtingen,
knagen er het vetlichaampje af en laten
daarna het zaadje achter: het begin van
een nieuwe bremstruik!
In Frankrijk worden de knoppen van de
brem ingelegd in het zuur, de zgn.'kappertjes'.
Die kun je door de salade of op de pizza doen en
dus opeten! In de Middeleeuwen werd brem
beschouwd als een goede bescherming tegen
hekserij. Dat niet alleen. Brem bewees ook
goede diensten bij het schoonhouden van
het huis. De takken werden gebruikt als be
zem. Vandaar de Engelse volksnaam voor
deze plant: broom, wat bezem betekent.
Anja van der Giessen
Het honingmerk zit op het grootste kroon-
blad, dat de vlag wordt genoemd. Deze vlag
is voor insecten nog opvallender dan voor
ons. Hij reflecteert ultraviolet licht, terwijl
het honingmerk dit niet doet. Daardoor
kunnen de insecten de bloemen goed zien.
Als een hommel op de bloem zit, zakken
door het gewicht de onderste bloemblaadjes
Ben je wel eens in het voorjaar op de hei
geweest? Dan heb je vast wel eens die gele
struiken zien bloeien. Hetzijn brem struiken.
De brem is familie van de erwt, de boon, en
peultjes. Het is een hoge plant, soms wel
twee en een halve meter. De takken zijn het
hele jaar door groen en ze hebben maar
weinig bladeren. Het lijken net stekelstruiken
van een afstand.
Als de brem bloeit is de hele struik goudgeel
gekleurd door de vele bloemen. Wie ze van
dichtbij bekijkt zal ontdekken dat er open
en dichte bloemen zijn. Pas als een insect
(bv. een hommel) de bloem heeft bezocht,
zijn de bloemen open.
Even voorstellen...
vinden. Dus verzamelen de boerenzwaluwen
zich in de herfst in grote groepen voor de
lange reis, eten zich vol met insecten en
vliegen dan weer naar Afrika. Na duizenden
kilometers heen en weer terug uit Afrika,
keren oudervogels vaak terug naar het nest
van het jaar daarvoor. Even fatsoeneren en
broeden maar weer.
Geen plek onder de zon...
Glanzend blauwzwart van boven, een
roomkleurige borst en een karmijnrode kin
en voorhoofd. Dat zijn de kenmerken van
de boerenzwaluw. De staart is diep gevorkt.
Hoe langer de staartveren van het mannetje,
hoe aantrekkelijker hij is voor de vrouwtjes.
Een lange staart staat blijkbaar voor een
goede conditie. En dat terwijl zo'n lange
staart niet eens handig is bij het vliegen.
Om nog maar te zwijgen van de pakkans
bij roofvogels. Boerenzwaluwen zijn echte
luchtacrobaten: ze scheren als een mes door
het luchtruim. De boerenzwaluw weegt on
geveer twintig gram (dat is net zo zwaar als
een potloodgum) en haalt met gemak een
vliegsnelheid van 50 km/u. Het is de enige
Nederlandse vogel die graag binnen zingt.
De boerenzwaluw kwettert, met prachtige
trillers. Ze zijn ronduit gezellig.
Enorme eetlust
De boerenzwaluw vangt in de lucht enorm
veel kleine vliegende insecten, van kleine
mugjes tot de dikste vliegen. Bij een nest
met vijf jongen worden per dag wel 6.000
insecten aangevoerd. In een zomer met
twee legsels vangt een zwaluwpaar ongeveer
één miljoen insecten. Boerenzwaluwen zijn
kampioen insectenverdelger, daar kan geen
spuitbus tegenop. Om te drinken vliegen ze
vlak boven het wateroppervlak en steken af
en toe hun snavel in het water.
Wereldreiziger
Eén zwaluw maakt nog geen zomer zegt
men altijd. Maar als de eerste boerenzwaluwen
in maart in ons land arriveren, dan ontstaan
bij velen de voorjaarskriebels. Ze komen van
hun winterverblijf in Afrika. En ze hebben een
driedaagse uitputtende reis door de Sahara
doorstaan. Is dat geen wereldprestatie? De
die bij ons broeden, eten alleen
ie zijn hier in de winter niet te
Boerenzwaluwen broeden op beschutte, vaak
donkere plekken. Veestallen en boerenschuren
zijn favoriet. Een nest vlakbij het vee, met
volop vliegen in de buurt, is ideaal. Ze broeden
ook wel onder bruggen en afdakjes. De nesten
worden gemaakt van klei, modder of leem
met strootjes als wapening en speeksel als
lijm. Daarvan wordt een kommetje gemaakt
aan een muur of op een rand gemetseld.
De binnenkant van het nest wordt bedekt
met gras en donsveertjes. Nesten worden
het liefst hoog gemaakt zodat rovers er niet
bij kunnen. De vogels nestelen van half mei
tot uiterlijk half september. In die periode
wordt meestal twee keer een legsel van drie
tot zes eieren gelegd. Dat hangt af van de
hoeveelheid voedsel die beschikbaar is. Het
duurt twee weken voordat de eieren uitkomen.
De jongen vliegen uit tussen 20 en 24 dagen
na uitkomen.
Rode Lijst
Van alle soorten dieren in ons land, die het
moeilijk hebben om te overleven, is een lijst
gemaakt: de Rode lijst. Ook de boerenzwaluw
staat op die lijst. En dat terwijl deze vogel
vroeger heel veel voor kwam. De laatste 40
jaar gaat het niet goed met de boerenzwaluw.
Er zijn al veel dingen geprobeerd om het
dier te helpen. Waarom het zo slecht gaat
met de boerenzwaluw is niet bekend. Daarom
is 2011 uitgeroepen tot het jaar van de Boeren
zwaluw. Een jaar waarin we meer te weten
CC
'M
O
O
k
O)
ITI